Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank

       
        - melodiezoeken met klavier        
  
sorteer op

bron:

CD: De kist van Pierlala: straatliederen [...]

auteurs:
Fosko, Bob (artiest)
Meel, Nico van der (artiest)
Grootel, Suze van [e.a.] (artiest)
titel:                             De kist van Pierlala: straatliederen uit het geheugen van Nederland. GLO 6057
jaar: 2004
druk/uitgave:
Castricum: Globe (uitgave)
Den Haag: Koninklijke Bibliotheek (productie)
[s.l.]: Stichting Camerata Trajectina (productie)
[s.l.]: Sarolea Music (productie)
[s.l.]: Erik Beijer (opname & editing)
[s.l.]: Jan Schuurman (The Van) [track1, 11, 24] (opname)
muziek: zonder muzieknotatie
aantal liederen: 24
24 beschreven in de Liederenbank
type: audio. CD.
ex./kopie Meertens:
CD 6 Kist
commentaar: Deze CD werd geproduceerd in het kader van een door het Ministerie van OCW gesubsidieerd digitaliseringsproject 'Straatliederen in Het Geheugen van Nederland', uitgevoerd door de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag in samenwerking met het Meertens Instituut in Amsterdam.
Opnameleiding: Grigori Sarolea.
Research: Martine de Bruin (Meertens Instituut), Grigori Sarolea & Garrelt Verhoeven (KB).

Voorwoord

Straatzangers waren eeuwenlang een vertrouwd onderdeel van het straatbeeld. Ze brachten een scala aan liederen ten gehore, van moord- en rampliederen tot vaderlandse klassiekers, en van sentimentele krakers tot bijtende spotliederen. Op 'De kist van Pierlala' zijn 24 van deze liedjes nu weer te horen. Een keur aan hedendaagse artiesten blaast met veel enthousiasme de oude Nederlandse melodieën nieuw leven in.

Straatliederen werden niet alleen gezongen maar ook uitgegeven op gedrukte liedbladen en kleine brochures die de zangers op straat verkochten. In de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw werden legden de verzamelaars Douwe Wouters (1876-1955) en Julius Moormann (1889-1974) twee omvangrijke collecties van deze liedbladen aan. Het grootste deel van de collectie Wouters kwam uiteindelijk terecht bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Een ander deel ging naar het Meertens Instituut in Amsterdam, waar ook de collectie Moormann terechtkwam.

In 2001 kende het Ministerie van OCW een subsidie toe voor een samenwerkingsproject om deze twee collecties door middel van digitalisering toegankelijk te maken voor een breed publiek. Na twee jaar intensieve samenwerking zijn nu bijna 15.000 historische Nederlandse liedjes via Het Geheugen van Nederland (www.geheugenvannederland.nl) te bekijken. Bovendien zijn de 30 meest populaire melodieën via de website te beluisteren.

Tijdens de opnamen bleek de grote betrokkenheid van de artiesten bij het erfgoed van het Nederlandse lied. Ze waren bereid om dit materiaal op geheel eigen wijze ten gehore te brengen, waardoor 'De kist van Pierlala' een uiterst gevarieerde cd is geworden. We hopen dat de cd vele belangstellenden de weg wijst naar de schat aan liederen die in Het Geheugen van Nederland te vinden is.

Graag willen wij alle artiesten, muzikanten en andere medewerkers aan de cd van harte bedanken voor hun inzet.

Wij wensen u veel plezier bij het openen van 'De kist van Pierlala'.

Wim van Drimmelen
Algemeen Directeur Koninklijke Bibliotheek

Hans Bennis
Directeur Meertens Instituut



Toelichting

Straatliederen werden vanouds op straat verkocht, in het bijzonder door marktzangers. Omstreeks 1830 werkte er een op de Rotterdamse Grote Markt, aldus een ooggetuigenverslag: "Daar stond eertijds, links van den bronzen Erasmus, de vermaarde 'Lange Jan' met zijn galerij van moordtonelen, afgemaald in zestien of twintig vierkante vakjes op een linnen lap, die zich als een marszeil bolde in den wind. Lange Jan had een zeer rooden neus en een paar vervaarlijk groote, vet gebalsemde 'spuuglokken'. Hij had ook eenen vrouw, een zoon en eene dochter, en met hun vieren blaarden zij, gruwelijk trembleerend, in berijmden vorm de gruweldaden uit, wier bloedige illustraties de man en vader met zijne rotting op het schilderwerk aanwees. Duimdik zaten op het doek de klodders van het met mes of bijl vergoten bloed; helsch van boosaardigheid waren de gezichten der moordenaars, ijselijk verwrongen de gelaatstrekken der vermoorden."

Zo stelt men zich de klassieke marktzanger voor: staande op een verhoging zingt hij bij een beschilderd doek met zwaar aangezette taferelen, terwijl vrouw, kind of knecht met gedrukte liedblaadjes rondgaat langs het toegestroomde publiek. Burgers spotten graag met zo'n zanger, in hun ogen een minderwaardige muzikant die hemeltergende klanken voortbracht. Mensen uit de volksklasse genoten echter van zijn optredens. Voor een luttel bedrag kochten ze gretig de blaadjes met de teksten, zodat men ze zelf kon zingen. Goede marktzangers waren rasartiesten die een grote 'stand' wisten te trekken, zoals de schare toehoorders werd genoemd. Via hun bladen werden liederen verspreid die vaak generaties lang onder de bevolking gezongen zouden blijven.

Rond de Eerste Wereldoorlog hield de traditionele marktzanger met zijn rolprent in Nederland op te bestaan. Men produceerde nadien nog wel liedblaadjes, maar ze werden meer en meer verkocht door mensen die ermee langs de deuren gingen. Het was een verkapte vorm van bedelen, waarmee talrijke werklozen zich in leven probeerden te houden. Vaak zongen ze niet eens, ze schoven de blaadjes eenvoudigweg onder de deur door en kwamen de volgende dag terug om een paar centen. Tijdens het Interbellum werd er nog wel opgetreden op week- en jaarmarkten in de provincie. Zo zong in Hoogeveen ene Fuin uit Assen. Hij trok veel publiek omdat hij met het ene lied begon en dan halverwege overging op het andere. Van der Tuuk, eveneens uit Assen, financierde met zijn gezang een winkel in feestartikelen. In Friesland trok de legendarische Peije Rasp langs de deuren met de vraag: Wat zal het zijn, een wals of een psalm? In Brabant gingen Nederlandse zangers de Belgische grens over, waar de traditie nog volop leefde. De fameuze Tamboer uit Eekloo zong er in 1930 een luxe auto bij elkaar met zijn liederen over de beruchte moord te Beernem.

Want moordliederen waren ook toen nog populair. Sensationeel nieuws - het kon even goed over een overstroming of een neergestort vliegtuig gaan - vormde de hoeksteen van het straatrepertoire. "Wie wil horen een goed nieuw lied?", was de geijkte aanhef. Daarnaast waren er allerhande moralistische liederen, komische nummers, drink- en spotliederen, oude liefdesgeschiedenissen en vooral ook sentimentele liederen, wat men later smartlappen is gaan noemen. Wezen, blinde kinderen en moeders die hun jongen verloren in de oorlog roerden de mensen tot tranen toe.

De muziek was een essentiële voorwaarde voor die emotie, al is daar op de blaadjes weinig van te zien. Hoogstens stond er boven het lied een wijsaanduiding: "Op de wijze De wereld is in rep en roer" bijvoorbeeld. Dat was dan de melodie van een bekend lied [9] waarop de nieuwe tekst gezongen kon worden. Zo waren er rond 1900 nog eeuwenoude deunen in omloop, zoals O Holland schoon [5] en Al is ons prinsje nog zo klein [17] [18], die tot in de zeventiende eeuw teruggaan en waarop nog steeds nieuwe teksten gedicht werden. Daarnaast zong men op straat eigentijdse chansonnettes, schlagers en nummers van artiesten uit het Nederlandse amusement, zoals Willy Derby [21], [22]. Ook de satire van Koos Speenhoff werd in het straatrepertoire opgenomen [11]. Invoelende of sociaal bewogen verzen over mensen aan de zelfkant van de samenleving zoals zwervers en prostituees [2] kwamen op straat terecht in de monden van soortgelijke kansarmen.

De markt- en straatzangers zongen alleen of lieten zich begeleiden op instrumenten. Traditioneel waren dat de viool en soms de draailier. Later kwamen harmonica en accordeon, naast gitaar en mandoline. Ook werden buikorgeltjes en tamboerijnen gebruikt.

Op deze cd is er naar gestreefd de liederen uit te voeren zoals ze indertijd - eind negentiende, begin twintigste eeuw - ongeveer geklonken moeten hebben, op straat of in de cafés waar een piano voorhanden was. Zangers van nu brengen de woorden van vergeelde blaadjes weer tot leven, begeleid op het instrumentarium van weleer. En het gekke is dat die oude teksten, die vanaf het papier hooguit een glimlach teweeg brengen, ons ook nu nog kunnen ontroeren of vrolijk maken wanneer ze met gevoel op hun oorspronkelijke melodieën worden gezongen.

Louis Peter Grijp

Teksten

De teksten zijn voor deze cd overgebracht in hedendaagse spelling en soms op enkele punten aangepast ten behoeve van de zangers; van de liederen [1], [2], [5], [8], [9], [15], [18], [19] en [23] zijn coupletten weggelaten. Voor de originele teksten verwijzen we graag naar de straatliederencollectie op de website van Het Geheugen van Nederland (www.geheugenvannederland.nl), waar ook de muzieknotatie te vinden is.

 
beschreven liederen uit deze bron (24)