Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


DE LITERAIRE CANON VAN HET NEDERLANDSE LIED      

     

Hoe is deze canon samengesteld?

Deze literaire canon van het Nederlandse lied weerspiegelt welke liedteksten in het middelbaar onderwijs het vaakst zijn aangeboden via bloemlezingen van Nederlandse literatuur. In hoeverre die liederen ook allemaal werkelijk werden gelezen en behandeld weten we niet; de canon geeft alleen de collectieve intentie van de samenstellers van de bloemlezingen weer.
De canon heeft de vorm van een top elf gebaseerd op frequenties van liedteksten in elf bloemlezingen van Nederlandse literatuur, gebruikt op Nederlandse middelbare scholen vanaf de Tweede Wereldoorlog tot de vroege eenentwintigste eeuw. Van elke bloemlezing hebben we het aantal drukken vanaf 1945 proberen vast te stellen en dat aantal als wegingsfactor gebruikt. Het voorkomen van een liedtekst in een vaak herdrukte bloemlezing legde zo dus veel gewicht in de schaal.

Onderzoeksverslag


Wat deze canon vertelt

Deze canon laat zien welke literaire liedteksten de iets oudere Nederlanders met een middelbare-schoolopleiding zouden moeten kennen – als de literatuurlessen van hun leraren Nederlands succesvol zijn geweest.
Deze canon vertelt ook iets over veranderende visies op literatuur. Dat liederen van Hooft, Bredero en Vondel in de prijzen vallen is deels te verklaren uit de bewondering die in de twintigste eeuw werd gekoesterd voor deze dichters uit de Gouden Eeuw. Maar ook uit het feit dat de status van het lied als literair genre in de zeventiende eeuw zelf was toegenomen. Daarnaast drongen enkele middeleeuwse liedteksten door in de top elf. Dat zegt iets over de moderne waardering van de literatuur uit deze periode en ook over de waardering van het volkslied, waarvan de wortels in de Middeleeuwen worden gesitueerd. Liedteksten uit de achttiende en negentiende eeuw scoren veel lager in de bloemlezingen.

Wat deze canon niet vertelt

Ten eerste zegt deze canon niets over welke liederen in de afgelopen decennia het meeste gezongen werden. De liederen werden als literaire teksten beschouwd, bedoeld om te lezen en niet om te zingen. Een voorbeeld is 'Waer werd oprechter trou', de beroemde rei uit Vondels Gijsbrecht van Aemstel die vaak als huwelijksgedicht werd voorgedragen. De melodie was vergeten en werd pas in 2005 herontdekt. De melodie van Hoofts klassieker 'Galathea siet den dach comt aen' kennen we pas weer sinds 1994. In deze presentatie zijn alle liederen van de literaire canon ook als muziek te beluisteren.
Meer over de muziek


Ten tweede zegt deze canon niets over de populariteit van de liederen in de tijd van ontstaan. Liederen als ' Hadt hij Hollandt dan ghedragen' van Vondel, 'Snachts rusten meest de dieren' van Bredero en 'Galathea siet den dach comt aen' van P.C. Hooft, die grote bewondering genoten (en genieten) van literatuurhistorici, waren in hun eigen tijd nauwelijks bekend. Ook de liederen van Adriaen Valerius lijken in de zeventiende eeuw niet veel gezongen te zijn geweest, maar ze beleefden in de negentiende eeuw een opmerkelijke revival in de volkszang die ook in literaire bloemlezingen zijn weerslag vond.
Indertijd veel gezongen lieddichters als Jan Starter en Dirck Camphuysen komen in deze canon niet voor.

Ten derde laat deze canon niets zien van wat er aan literaire liedteksten in de twintigste eeuw is ontstaan. Pissuise, Speenhoff, Ramses Shaffy, Ernst van Altena, Annie Schmidt, Lennaert Nijgh en Drs P. (om slechts enkelen te noemen) drongen nauwelijks door tot de literatuurlessen.

Tenslotte zegt deze canon weinig over Vlaanderen. In de literatuurlessen op Vlaamse scholen lijken andere liedteksten te zijn behandeld dan in Nederland. Dat vraagt nader onderzoek.