Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


DE LITERAIRE CANON VAN HET NEDERLANDSE LIED      

terug

2. Heer Halewijn

uitleg



Heer Halewijn zank een liedekijn,
Al die dat hoorde wou bij hem zijn.
En dat vernam een koningskind,
Die om haar schoonheid zo werd bemind.
 
En zij ging al voor haren vader staan:
‘Och vader, mag ik naar Halewijn gaan?’
‘Och nee, gij dochter, nee gij niet!
Die daarheen gaan en keren niet.’
 
Maar zij ging al voor haren broeder staan:
‘Och broeder, mag ik naar Halewijn gaan?’ 
‘'t Is mij al eens waarheen gij gaat,
Als gij uw eer maar wel bewaart.'
 
En zij is dan naar haar kamerken gegaan
En trok haar allerschoonste kleren aan.
Toen trad zij al in haar vaders stal
En koos daar 't beste ros van al.
 
Schrijlings zette zij zich dan op het ros,
Zingend en klingend reed zij door het bos.
Toen zij ten halven 't bos mocht zijn,
Daar zag zij heer Halewijn.
 
‘Gegroet!’ zeide hij, en kwam dan tot haar,
‘Gegroet, schoon maagd, gegroet, bruin oogen klaar!
‘Vermits gij de schoonste maget zijt,
Zo kies uw dood! Het is nog tijd.’
 
‘Vermits ik hier dan m'n dood kiezen zal,
Zo kieze ik dan, ach, het zweerd boven al.
Maar trek eerst uit uw opperkleed,
Want maagdenbloed dat spreidt zo breed.'
 
Maar eer dat zijn kleed getogen was,
Zijn hoofd lag voor z'n voeten ras,
Zij nam 'r hoofd al bij het haar
En waste 't in een bronne klaar.
 
En toen zij aan haar vaders poorte toekwam,
Zij blies de hoorn als enen man.
Daar werd gehouden een groot banket,
Het hoofd werd op tafel gezet.
alt

Heer Halewijn zingt zo mooi dat menig meisje het ouderlijk huis verlaat om hem in het bos op te zoeken. Zo ook het koningskind (prinses) in dit lied. Ze doet haar sjiekste kleren aan en neemt het beste paard van stal, om in het bos tot de ontdekking te komen dat Halewijn een vrouwenmoordenaar is. Ze mag van hem kiezen hoe te sterven en kiest dan voor het zwaard. Maar ze maakt hem wijs dat hij beter zijn mooie opperkleed kan uittrekken, omdat maagdenbloed nogal spat. Halewijn trapt in de val en even later ligt zijn hoofd voor zijn voeten.

Het lied van Heer Halewijn staat wordt in literatuurgeschiedenissen gepresenteerd als een middeleeuwse ballade, maar dat is twijfelachtig. De oudste wetenschappelijke uitgave is die van de Vlaamse letterkundige J.F. Willems (1836), gebaseerd op liedbladen en mondelinge optekeningen.

Op deze opname van de Vlaamse folkgroep Rum uit 1974 zingt Paul Rans het lied op een nieuwe melodie, in Keltische folkstijl gecomponeerd door Rum-lid Wiet Van de Leest.