Op den Palm-Sondag. Stemme: Psalm 68, Staet op Heer toont u onvertsaeght.
Mijn Gheest voel ick my dringhen sterck Om singhen van een heughlijck werck; Hoe dat een Opper-Koningh, En Heer der Heeren, sijn Intree, Sachtmoedigh, doch seer heerlijck, dee In Jerusalems wooningh. Waerom Zach'rias de Propheet De Doch'tren Zions juychen heet, En noodt tot blijd uytkijcken, Om dat haer Koningh komt tot haer Sittend' op 't Veulen van 't lastbaer Diertjen seer armelijcken.
Uit: t Kleyn Hoorns-liet-boeck (1644) naar dit lied | Palm-, palmpaschen, hoerei, koerei, hadden we nog eenen Zondag, dan hadden we een ei; één ei dat is geen ei, twéé ei dat is geen ei, maar drie ei, dat is het rechte Paaschei.
Uit: J. van Vloten en M.A. Brandts-Buys, Nederlandsche baker- en kinderrijmen (herdruk 1894) naar dit lied |