Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank

        - strofezoeken
        - melodiezoeken met klavier        
  
sorteer op



genre:                                        

erotisch lied

categorie: liefde en seks
lied over seks. Teksten waarin seksuele handelingen of geslachtsorganen expliciet worden benoemd, zijn overigens zeldzaam in de schriftelijke overlevering; seks wordt bijna altijd aangeduid via olijke beeldspraak. Ook het jagerslied en het heilied bevatten vaak erotische toespelingen.

Genre erotisch lied: 138 liederen.


voorbeeld 1



voorbeeld 2

Een nyeu liedeken Vanden Molenaer

1. Daer was een goelijc molenaer,
Op zijnder molen dat hi clam.
Om datter niet te malen en quam
Daer om was hi so gram.
Wat nieus dat hi vernam.
Ja, ja, om datter niet te malen en quam
Daer om was hi so gram

2. Smorghens alst was schoon dach,
Die molenaer lach al op sijn doer. [deur]
Met dien quam daer een vrouken
Met haren sacxken voer; [voor de deur]
Het hadde so grooten schoer. [scheur]
"Ja, ja, molenaer, wildi mi malen?
Mijn corenken loopt daer door.

3. Molenaer, als ghi mi malen wilt,
So maelt mijn corenken wel,
Steect een steecxken diepere,
Het helpt mi also wel.
Ten is gheen kinder spel.
Ja, ja, twaer grote scade liept coren op velt
Het ghelt so grooten ghelt."

4. Snachts ontrent der middernacht
(enz.)

Uit: Antwerps liedboek (1544). 'Malen' was een geliefde beeldspraak voor de seksuele daad, en molenaars waren daar natuurlijk zeer in bedreven. Dat gegeven trekt in dit lied een wellustige vrouw aan.
naar dit lied
1. Ach! wat behaagt het Fluitespel,
Myn hart en jonge zinnen,
Ik heb een aardig jong gezel,
Die daarom is te minnen,
Ik bemin hem, ik bekent,
Alleenig om zyn Instrument,
Ik nam hem tot knecht, alleen,
Om dat hy speelt zoo ongemeen.

2. Wanneer ik wens hy vrolyk speelt,
Kus ik hem onder 't speelen:
Ik bid, dat gy u eens verbeeld,
Of 't spel hem kan verveelen?
Ik bemin, enz. enz. enz.

3. Zyn Fluitje is schoon, en ongemeen,
Daar weet ik van te spreeken;
Zulks, ik hem myne koker leen,
Op dat het niet mogt breeken.
Ik bemin, enz. enz. enz.

4. Gy Vrysters, die het spel bemind (enz.)

Uit: Hermanus van den Burg, Mengelzangen (1717). De fluit is een gebruikelijk fallussymbool.
naar dit lied