Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank

        - strofezoeken
        - melodiezoeken met klavier        
  
sorteer op



genre:                                        

rondeel

categorie: formele genres
middeleeuwse dichtvorm die begint met een refrein AB dat een keer gedeeltelijk (A) en een keer helemaal (AB) wordt herhaald: ABabAabAB. In dit schema bestaan de gedeelten A, a, B en b elk uit een of meer versregels. In geval van een hoofdletter worden de betreffende versregels herhaald; dat maakt ze tot refreinregels. De tekstgedeelten aangeduid met een kleine letter worden niet herhaald; dat zijn de strofen. De vorm (aantal versregels, aantal accenten en rijmschema) en de muziek in de gedeelten A en a zijn steeds dezelfde, en evenzo in de gedeelten B en b. Het rondeel (of rondeau in het Frans) is een van de formes fixes.

Genre rondeel: 66 liederen.


voorbeeld 1



voorbeeld 2

A Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
B Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn

a Nu bestu in den troon verheven
Claerre dan der zonnen scijn
Alle vruecht es di ghegheven

A Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven

a Nu bidt vor mi ic moet noch sneven
Ende in de weerelt liden pijn
Verware mijn stede di beneven
b Ic moet noch zinghen een liedekijn
Nochtan moet emmer ghestorven sijn

A Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
B Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn

Uit: Gruuthuse-handschrift (Brugge, 1390-1400).
naar dit lied
A Ich weyz eyn wiif, die huset in der hertz miin
voer allen vrouwen zichyr gayr
B und haet ghewalt tsu ghebieden mer.

a Wie mucht ich mich yummer bas geziin,
dan ich zi wiste in eren scaer?

A Ich weyz eyn wiif, die huset in der hertz miin
voer allen vrouwen zichyr gayr

a Ich weynsch yr heyl ayn allen arghe valsche piin
oph das god yr ere bewaer,
das weer miins hertzen geer.

A Ich weyz eyn wiif, die huset in der hertz miin
voer allen vrouwen zichyr gayr
B und haet ghewalt tsu ghebieden mer.

Uit: Berlijns Liederenhandschrift (Noordelijk Nederrijngebied, ca. 1425-1430).
naar dit lied