lied: |   |   |   |
auteur: | |
titel: | De Koninginne, 't gelt, Het al te neder velt |
beginregel: |
Wat heeft het goud al kracht? / 't Dringht midden door de wacht
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Wat heeft het goud al kracht Het dringt midden door de wacht
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 9 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | moralistisch lied / vermaanlied (wereldlijk en geestelijk) |
trefwoord: | geld / rijkdom / goud / macht / kracht / veranderingen / omkeringen / schijn / blinddoeken / blind / zotskap / glans / koningin |
  | |
melodienamen (2): |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
6
|
commentaar:
|
Na het lied volgt een citaat, 'Het gelt dat stom is, / Maeckt recht dat krom is' (ook in en/of uit Bredero's Over-gesette Lucelle) gevolgd door een tekstje over Philippos II van Macedoniƫ en Jupiter en Danae.
|
recordnummer: | 11686 |
bron: |
siglum: | Pers GZ1648
([1648])
|
titel: | Gesangh der Zeeden: Waer in Verscheyden stichtlijcke Liedekens en Dichten, tot [...] |
pagina: |
p80
(liednummer 40) |
gebruikt ex.: | Den Haag KB: 13 K 12 |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) scan van de gehele bron (books.google.nl) scan van de gehele bron (books.google.nl) |
|