lied: |   |   |   |
titel: | 23. Polderliedje |
beginregel: |
En ik ben met mijn Katootje naar de Rozenstraat gegaan; / Zij kon maken al wat zij maar zag
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Mijn man kwam door de Lombardstraat En hij kon maken al wat
|
(33 liederen)
|
refrein: | Violine, violine, / En mijn zuster, die heet Marie |
aantal strofen: | 2 |
muziek: |
met muzieknotatie |
|
genre: | stapellied (wereldlijk) |
trefwoord: | Catootje / zus Marie / viool / schuiftrompet |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Jan Hinnerik   | (27 liederen) |
|
commentaar:
|
De strofe wordt herhaald met variaties. Datering: 1860-1870. Herkomst: o.a. Groningen, Delfzijl, Uithuizen.
|
recordnummer: | 134386 |
bron: |
siglum: | GroenJager GL1930
(1930)
|
titel: | Oude en nieuwe Groninger liederen (I) (II). opgeteekend, verzameld en van enkele [...] |
pagina: |
001: p44
(liednummer 25) |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (resolver.kb.nl) scan van de gehele bron (resolver.kb.nl) |
|