lied: |   |   |   |
titel: | De KLAAGENDE MAAGD |
beginregel: |
Ach! wat Smarten moet ik lyden, / Daar ik zugt in Eenzaamheid
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Ach wat smarten moet ik lijden Daar ik zucht in eenzaamheid
|
(2 liederen)
|
aantal strofen: | 8 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | klaaglied (wereldlijk) |
trefwoord: | rollenpatroon / jeugd / meisje / geen initiatief tonen in de liefde / regels / eer / onvervulde minzucht / natuurlijke drang boven regels en gebruiken / voornemen / kwaal / verdriet |
korte inhoud: | Een meisje klaagt dat zij geen initiatief mag tonen in de liefde; dat moet de jongen doen. Maar dat gebeurde niet en daarom zucht ze onder haar onvervulde minzucht. Maar ze wil zich niet langer iets aantrekken van de maatschappelijke regels - ze wil zelf een 'voorwerp' (jongen) benaderen. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Eenzaam Bosch, aanhoord myn Klagten | Eenzaam bosje hoor mijn klachten | (31 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
7
|
recordnummer: | 164091 |
bron: |
siglum: | HKlGoudvinkje1762
([1757-1762])
|
titel: | HET HOLLANDS KLEIN GOUD-VINKJE, Zingende op eene Bevallige Manier, Vyftig Nieuwe zoo [...] |
pagina: |
p46
(liednummer 13) |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) scan van de gehele bron (books.google.nl) |
|