lied: |   |   |   |
titel: | Een nyeu liedeken |
beginregel: |
Al ben ic van den scamel ghesellen / Y nochtans so willic vrolic zijn
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Al ben ik van de schamele gezellen I nochtans zo wil ik
|
(2 liederen)
|
refrein: | Hi laet ons drincken en clincken / En laet ons maken den dobbelen haen [v5-8] |
aantal strofen: | 7 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | drinklied (wereldlijk) |
trefwoord: | Sint Noywerc? / Sint Luiaard / Sint Reinuit / Bacchus / leegloperij / blote voeten / dobbelen |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Lijntjes oven is bestoven ? | (30 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . +. . . .
4a 4B 4a 4B 2c 1c 4D 3c 4D | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
. . . . . . . .
4a 4B 4a 4B 3c 4D 3c 4D
(Samengetrokken schema) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
8
|
commentaar:
|
Laatste strofe =oorlof- en princestrofe. Over de in dit lied genoemde St. Reynuyt zie ook Van Duyse II, 1083. Over de melodienorm: hoewel de strofevorm vrij gebruikelijk is zien we slechts zelden een refrein zoals hier dat de 2e helft van de strofe in beslag neemt. Alle liedjes met deze vorm en een refrein zijn contrafacten op het boertige dansliedje Lijntjes oven is bestoven, dat ook qua karakter goed is voor te stellen bij onderhavige tekst.
|
recordnummer: | 1770 |
bron: |
siglum: | AntwLb1544
(1544)
|
titel: | Een schoon Liedekens. Boeck inden welcken ghy in vinden sult. Veelderhande [...] |
pagina: |
f97r
(liednummer 174) |
gebruikt ex.: | Wolfenbüttel Herzog August Bibliothek: A: 236.5 Poet |
editie: | Joldersma 1982, I 201 en II 299 / Van der Poel 2004a, I 392 en II 393 | |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|