lied: |   |   |   |
auteur: | Vleeschoudere, P. (auteur) |
|
titel: | Anderen Lof-sangh van alle Heylighen |
beginregel: |
Ghenaedigh, en al-machtigh / God van 't schoon hemel-ryck
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Genadig en almachtig God van het schone hemelrijk
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 5 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | loflied (geestelijk) |
trefwoord: | God / Maria / heiligen / hemel / koningin / troosten / serafijn / cherubijn / engel / negen engelenkoren / gebeden verhoren / patriarchen / profeten / rechters / apostelen / genade / martelaren / bisschoppen / priesters / kerkgeleerden / heremieten / maagden / indeling hemelrijk |
  | |
melodienamen (2): |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . . . . . . . . .
3a 3B 3a 3B 3c 3D 3c 3D 3e 3e 3f 3G 3f 3G | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
14
|
commentaar:
|
De tweede wijsaanduiding is het incipit van Mommaert BrN1654 038, aldaar met dezelfde wijsaanduiding "Van Cecilia, ende den Herder Floriaen".
|
recordnummer: | 197680 |
bron: |
siglum: | Vleeschoudere GeKo1663
(1663)
|
titel: | GHEESTELYCK KONINGHSKEN, Singende altyd even-bly-moedigh, soo in vuyl, als in schoon [...] |
pagina: |
p276
(liednummer 88) |
|