lied: |   |   |   |
titel: | Een Amoureus liedeken tusschen een Jonghman ende Een vrijster de Jonghman singht op de voijs [...] De Dochter Antwoort op de voijs [...] |
beginregel: |
Ghelijck een schipper wanneer hij vaert in zee / sijn toevlucht neemt alleen nae een goede ree
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Gelijk een schipper wanneer hij vaart in zee Zijn toevlucht neemt alleen naar een goede ree
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 11 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | liefdeslied / dialooglied (wereldlijk) |
trefwoord: | jongeman <-> dochter / werving / afwijzing / overreding / trouwbelofte |
  | |
melodienamen (2): |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . .
5A 5A 4B 4B 4C 4C
(Alleen de oneven strofen) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
, . , . . . .
4A 4b 4A 4b 4C 4C 3C
(Alleen de even strofen) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
6
|
commentaar:
|
Laatste strofe =princestrofe. De 1e wijsaanduding hoort bij de strofe door de jongman gezongen; de 2e bij die door de dochter.
|
recordnummer: | 200988 |
bron: |
siglum: | HsPaFC CFL_OBL-261
([1628+][1634+?][1731])
|
titel: | [liederen bijgeschreven in een exemplaar van Bredero's Groot lied-boeck (1622), te [...] |
pagina: |
fC1r
(liednummer 7) |
editie: | Koning & Harmsen 2018, [4] | |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (www.let.leidenuniv.nl) |
|