lied: |   |   |   |
titel: | Noch opden selven wijse Een gheestelijck lyedekijn |
beginregel: |
Och edel mens wilstu dijn god bekennen / Soe moetstu al dat in dij is
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Och edel mens wilst du dijn God bekennen Zo moetst du al dat
|
(2 liederen)
|
aantal strofen: | 8 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
full text: | full text     |
genre: | devoot lied (geestelijk) |
trefwoord: | min, geestelijk |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Noch op den selven wijse | Hoe luid zong de leraar op de tinnen | (81 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . . . .= ./ .= ./
5a 4B 3a 4C 4C 3a 4C 3a | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
. . +. . . .= ./ .= ./
5a 2B 2B 3a 4C 4C 3a 4C 3a
(Str2-3, 6-8) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
8
|
commentaar:
|
Melodienorm o.g.v. strofeschema en wijsaanduiding in concordantie; ook thematische verwantschap met melodienormlied. Let wel: de wijsaanduiding 'Hoe luyde so sanc die leerre op der tinne' komt ook in HsBsKB II2631-B voor (bij 041). Dit was een erg bekend lied. Het is dus vreemd dat niet 'Hoe luid zong de leraar op de tinnen' als wijsaanduiding gegeven wordt, wanneer deze wel bedoeld zou zijn. Bovendien geeft Souterliedekens1540a 100 hetzelfde strofeschema maar een andere melodie.
|
recordnummer: | 22551 |
bron: |
siglum: | HsBsKB II2631-B
([1525 ca.])
|
titel: | Handschrift Meerman |
pagina: |
f31v
(liednummer 18) |
gebruikt ex.: | Brussel KB: II 2631 |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (opac.kbr.be) |
|