lied: |   |   |   |
titel: | 36. |
beginregel: |
Hett jar doe ich ain oltt wieff nam, / sie was berompen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Het jaar doen ik een oud wijf nam Zij was berompen
|
(4 liederen)
|
aantal strofen: | 5 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst naar de editie Leloux 1985 |
|
genre: | verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | jonge man / oude vrouw / huwelijk / geen seksuele bevrediging / ongelijke liefde / wens / vrouw dood / begrafenis / leeftijdsverschil |
korte inhoud: | Inhoud naar Leloux: Een blijkbaar jonge man trouwt een oude vrouw. Hij kan met haar geen gemeenschap hebben. Hij klaagt God zijn nood, die hem op zijn wenken bedient: de oude vrouw gaat dood. Hij begraaft haar zonder droefheid. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] |   |   |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
=Van Duyse II, 961, naar Hoffmann. Van Duyse heeft een melodie uit Forster, zie Erk & Böhme 1963 II, 690.
|
recordnummer: | 22668 |
bron: |
siglum: | HsWrTLB oct146
(1537-1543)
|
titel: | Zutphens Liedboek (Weimarer Liederhandschrift) |
pagina: |
f39v
(liednummer 36) |
gebruikt ex.: | Weimar, Thüringse Landesbibliothek, Oct.146 (in facsimile) |
editie: | Komrij 1994, 772 / Leloux 1985, p158 / Van Duyse, II, 961 | |
|