lied: | | | |
| titel: | Een dansliedeken mensis februarii die xxa anno xvo xviio |
|
beginregel: |
Het voer een ridder jagen / Jaghen aen dat wout
|
alle liederen met deze tekst
|
| tekstnorm: | Het voer een ridder jagen Jagen aan dat woud
|
(7 liederen & extra informatie)
|
| aantal strofen: | 12 |
| muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
| genre: | danslied / verhalend lied / gespeelkenslied (wereldlijk) |
| trefwoord: | ridder / 2 maagden / slaap / bed / haar opbinden / opstaan / dageraad |
| korte inhoud: | Een ridder jaagt in het bos en vindt twee maagden. Hij vraagt één mee te gaan, wat zij doet. Hij laat een bed opmaken en valt meteen in slaap. 's Morgens wekt zij hem en als hij haar vraagt hem te kussen, weigert zij. Zij gaat terug naar haar vriendin en vertelt dat ze nog maagd is. Haar vriendin raad haar aan naar een linde te gaan en haar haar op te binden. Zij weigert dat: door het haar te laten hangen wil ze de ridder te schande maken. De vriendin vraagt dan of zij de man [ridder?] mag lenen, maar dat weigert de maagd. |
| | |
| melodienaam: |
|
|
|
strofeschema:
|
. . . . .
3a 3B 3c 3c 3B
(Strofe onreg.) | alle liederen met deze vorm
(alle liederen) |
|
| verstal:
|
5
|
| commentaar:
|
=Van Duyse I, 177. Voor de melodie zie Van Duyse I, 179: Van Duyse gebruikt de melodie van een Duits jagerlied 'Es wolt ein Jäger jagen / jagen vor einem holz', te vinden bij Forster (1556). (Dat is dezelfde melodie als "Ik minde eens konings zoon").
|
| recordnummer: | 27843 |
bron: |
| siglum: | HsGeUB 901-I
(1517-1518)
|
| titel: | Bundel van Anthonius Ghiselers |
|
pagina: |
42v
(liednummer 10) |
| gebruikt ex.: | Gent, UB, 901-I |
| editie: | Michel 2000, 46 / Van Duyse, I, 177 / Willems OVLd1848, 160 | |
| beschikbaar: | scan van de gehele bron (adore.ugent.be) |
|
