lied: |   |   |   |
beginregel: |
Laet liden dat u nyet aen en gaet / Ende en neemt u niemants dinck te naer
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Laat lijden dat u niet aan en gaat En neemt u niemands ding
|
(1 lied)
|
refrein: | Weest horende doof en siende blint [v8] |
aantal strofen: | 5 |
muziek: |
verwijzing naar muzieknotatie elders in deze bron |
|
link (full text): | tekst naar de editie Scheurleer 1889 |
|
genre: | vermaanlied (geestelijk) |
trefwoord: | inkeer |
  | |
melodienamen (2): |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . . .
4a 4B 4a 4B 4B 4C 4B 4C
(Rijm onreg. + Zie comm.) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
. . . . . . . .
4A 4B 4A 4B 4C 4D 4B 4D
(Acc. onreg. Rijm onreg. (Dit is een van de voorkomende varianten). Zie comm.) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
8
|
commentaar:
|
Waarschijnlijk worden de eerste twee melodieregels niet herhaald (net als bij DEPB1539 115), omdat er slechts acht versregels zijn. 'Op die selve wise' verwijst naar DEPB1539 112. Het strofeschema is dat van 'Het kwam een ruitertje uit Bosschajen'.
|
recordnummer: | 3975 |
bron: |
siglum: | DEPB1539
(1539)
|
titel: | Een devoot ende profitelijck boecxken, inhoudende veel ghestelijcke Liedekens ende [...] |
pagina: |
f69v
(liednummer 119) |
gebruikt ex.: | Haarlem SB: 176 K 9 (kat. A (f. 1-8) ontbr.) |
editie: | Scheurleer 1889, p147 | |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (opac.kbr.be) |
|