lied: |   |   |   |
auteur: | |
beginregel: |
Lof zij 't lam, dat voor ons heeft betaelt
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Lof zij het lam dat voor ons heeft betaald
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 1? |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | toneellied / loflied (wereldlijk en geestelijk) |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] |   |   |
|
commentaar:
|
Bedrijf 4, midden. Tekst: 'Siet hier dijn Maechden, Heer (...) / Die singen; Lof (...) betaelt'. Wordt hier werkelijk gezongen??? Het is waarschijnlijk een verwijzing naar Openbaring 5:12. Na deze dankspreuk van de 'zalige maagden' volgt die van de 'kleijne Engelen': 'Lof zij 't onsondich Lam (...)' etc. Deze verzen wijken af van de rest van het toneelstuk, maar er is geen strofische regelmaat in te ontdekken. In "strofe" 14 staat: Juijcht gij heijr-scharen, singt hem het nieuwe liedt: 'Groot is de Heer, en heerlijk zijn sijn' werken'. Is dit wellicht een psalmvers?
|
recordnummer: | 8246 |
bron: |
siglum: | Koningh M1616
([1616 ca.])
|
titel: | Maegden-Spel. Over de gelijkenisse Christi, van 't Koningrijke der Hemelen bij de 5 [...] |
pagina: |
p241
(liednummer 7) |
gebruikt ex.: | Invoer naar de archiefeditie van G. van Eemeren |
|