lied: |   |   |   |
titel: | Een oudt liedeken |
beginregel: |
Die voghelkens inder wilder heyden / Si hebbent so wel ghesonghen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | De vogeltjes in de wilde heide Zij hebben het zo wel
|
(1 lied)
|
refrein: | Ick en mach niet meer ter molen gaen, / Hillen billen metten jongen knechten [v7-10] |
aantal strofen: | 4 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | erotisch lied / danslied (wereldlijk) |
trefwoord: | molen / steen / meisje / oude vrouw / erotiek / metaforiek |
korte inhoud: | Een man mag van zijn geliefde niet meer bij de molen op stap gaan met jonge knechten. Nu neemt hij een meisje mee. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] |   |   |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . . . . +. .
4A 3b 4A 3b 4C 3d 4E 3d 2F 2F 3g
(Rijm onreg.) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
10
|
commentaar:
|
In str2 ontbreekt aan het begin van de strofe een versregel: het lijkt erop dat v1 en 2 zijn samengesmolten.
|
recordnummer: | 1617 |
bron: |
siglum: | AntwLb1544
(1544)
|
titel: | Een schoon Liedekens. Boeck inden welcken ghy in vinden sult. Veelderhande [...] |
pagina: |
f12r
(liednummer 21) |
gebruikt ex.: | Wolfenbüttel Herzog August Bibliothek: A: 236.5 Poet |
editie: | Joldersma 1982, I 24 en II 46 / Komrij 1994, 785 / Van der Poel 2004a, I 50 en II 86 | |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|