lied: |   |   |   |
titel: | Een nyeu liedeken Vanden Molenaer |
beginregel: |
Daer was een goelijc molenaer / Op zijnder molen dat hi clam
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Daar was een goelijke molenaar Op zijn molen dat hij klom
|
(1 lied)
|
refrein: | Ja, ja [var] [v6] |
aantal strofen: | 7 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | erotisch lied (wereldlijk) |
trefwoord: | Mechelen / molenaar / steen / malen / ambacht / metaforiek / bel luiden |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Daar was een goelijke molenaar | (3 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . .
3A 3B 3c 3B 3B 4D 3B
(Rijm onreg. Acc. onreg.) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
7
|
commentaar:
|
Laatste strofe =zangersstrofe. Melodienorm o.g.v. incipit. Liederen waar dit incipit als wijsaanduiding wordt gebruikt, hebben echter een ander strofeschema.
|
recordnummer: | 1774 |
bron: |
siglum: | AntwLb1544
(1544)
|
titel: | Een schoon Liedekens. Boeck inden welcken ghy in vinden sult. Veelderhande [...] |
pagina: |
f100r
(liednummer 178) |
gebruikt ex.: | Wolfenbüttel Herzog August Bibliothek: A: 236.5 Poet |
editie: | Herchert 1996, 163 en 299 / Joldersma 1982, I 206 en II 311 / Van der Poel 2004a, I 400 en II 403 | |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|