lied: |   |   |   |
beginregel: |
Myn Besje en mijn Bestevaer, / Mijn Moertje en mijn Vaer
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Mijn beste en mijn bestevaar Mijn moeder en mijn vaar
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 14 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | dialooglied / liefdeslied / kluchtlied (wereldlijk) |
trefwoord: | Kees <-> Trijntje / Rotterdam / liefdesbrand / toestemming van ouders / ja-woord / werving / het ambt van kerkmeester / schat van dukaten goud / geld / dialect / trouwbelofte / familie / herkomst |
  | |
melodienamen (2): |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . . .
4A 3B 4C 3B 4D 3D 3E 5E | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
8
|
commentaar:
|
Het strofeschema wijkt af van het gebruikelijke bij deze wijs. Incipit = wijsaanduiding bij 'Cloris qui brillez à la cour' in HslePB1421 in de paralleloverlevering. Van dit lied komt de wijsaanduiding 'Le grand boure' voor. We nemen aan dat dat de bij onderhavig lied bedoelde wijsaanduiding is.
|
recordnummer: | 186318 |
bron: |
siglum: | HlLeeuwerikje1672
(1672)
|
titel: | Het Haerlems Leeuwerckje in-houdende veel aerdige nieuwe liedekens, met veel nieuwe [...] |
pagina: |
p104
(liednummer 24) |
gebruikt ex.: | Den Haag KB: 174 G 51 |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (search.proquest.com) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|