lied: |   |   |   |
titel: | Annders 44. Annders |
beginregel: |
Es soltt ain suverlicke ghan temmen / ain klann woltt fogelkenn
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Het zou een zuiverlijke gaan temmen Een klein woudvogeltje
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 7 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst naar de editie Leloux 1985 |
|
genre: | verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | meisje jongen / metaforiek / vogel vangen / temmen / vogelen / ontering / onbedoelde dubbelzinnig |
korte inhoud: | Inhoud naar Leloux: Een jong meisje heeft een vogeltje in het bos gezien dat ze wil gaan vangen. Ze vraagt een jonge man haar te helpen de vogel te temmen. Blijkbaar begrijpt hij haar verkeerd, hij stapt van zijn paard en ontmaagdt haar. Daarna verlaat hij haar en geeft ze de raad naar haar moeder de gaan om te zeggen dat ze geen kind meer is. Zij voelt zich onteerd. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Naar oostland wil ik varen ? | (86 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
Strofe 6 bestaat uit 6 verzen, of er ontbreken verzen. Str6 =AntwLb1544 022, str7. Melodienorm o.g.v. overeenkomsten met AntwLb1544 022. Dubbele titel: eerst zonder nummering op f44v, daarna met nummering op f45r.
|
recordnummer: | 22676 |
bron: |
siglum: | HsWrTLB oct146
(1537-1543)
|
titel: | Zutphens Liedboek (Weimarer Liederhandschrift) |
pagina: |
f44v
(liednummer 44) |
gebruikt ex.: | Weimar, Thüringse Landesbibliothek, Oct.146 (in facsimile) |
editie: | Leloux 1985, p176 | |
|