lied: |   |   |   |
auteur: | |
titel: | Een ander liedeken |
beginregel: |
My quam een schoon geluyt in mijn oren / Mijn hert dat heeft hem op gerecht om vrolicheit te horen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Mij kwam een schoon geluid in mijn oren Mijn hart dat heeft
|
(4 liederen)
|
refrein: | O jesu oversoete kindekijn ic begeer u al geheel te zijn ic en mach niet langer heten mijn [v6-8] |
aantal strofen: | 13 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst naar de editie Van de Graft 1955 |
|
genre: | kerstlied / loflied / devoot lied (geestelijk) |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Hoe luid zong de leraar op de tinnen ? | (81 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . . .
5a 7a 4B 4B 3a 4C 4C 4C | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
8
|
commentaar:
|
Melodienorm o.g.v. strofevorm. Het refrein staat pas genoteerd na de laatste strofe. Deze laatste drie versregels ontbreken in het gebruikelijke strofeschema van de melodienorm. Mogelijk worden de laatste drie muziekregels boven deze regels herhaald, of hebben ze een andere melodie. Editie Snellen 1924 toegevoegd ogv NVA.
|
recordnummer: | 24066 |
bron: |
siglum: | Bertken SBB1518
(1518)
|
titel: | Suster. Bertkens boeck tractierende vandesen puncten hier na bescreuen dat sy sel [...] |
pagina: |
fD3r
(liednummer 2) |
gebruikt ex.: | Den Haag KB: 227 G 46-2 (in facsimile) |
editie: | Snellen 1924, 61 / Van de Graft 1955, p102 | |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) |
|