Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank

        - strofezoeken
        - melodiezoeken met klavier        
  
sorteer op

lied:

   
auteur:
Cats, J. (oorspr. auteur)
titel: Op 'et zellifde [Tegen de znode Vrouwen]
beginregel: Zy is een enge fles, vol water, daar veel Eegelen / Een schrolle kikvors, doen veel harte pijn en rouw alle liederen met deze tekst 
tekstnorm: Zij is een enge fles vol water daar veel egels Een schrolle (1 lied)
aantal strofen: 1
muziek: zonder muzieknotatie
link (full text):tekst volledige liedtekst in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
genre: moralistisch lied
trefwoord: vrouw is slecht / kwaadspreken bloedzuiger / waarschuwing? kikker / huwelijk
 
melodienaam:
wijsaanduiding:standaardnaam melodie:alle liederen op deze melodie
Esprit qui souspirezEsprits qui soupirez (130 liederen)

strofeschema:
.  .  .  .
6a 6B 6a 6B
alle liederen met deze vorm
(alle liederen)
verstal: 4
commentaar: Als ondertiteling staat er 'I. Kats in zen Houwlijk'. Het lied is een bewerking van de volgende verzen uit Cats' Huwelijk, geciteerd uit: Jacob Cats, Dichtwerken van Jacob Cats naar de behoeften van den tegenwoordigen tijd ingerigt. 3de deel. Deventer 1847. p. 135.
Het werk is onderverdeel in de afdelingen 'Maagd', 'Vryster', Bruid' en 'Vrouw'. In 'Vrouw' het tweede deel van "Het christelijk huiswijf, vertoond in de gestalte van Vrouwe, vergeleken met den zomer".
Ik stond eens op een tijd omtrent een Apotheke,
Daar zag ik aan de deur veel kinders op een reke,
Veel lieden uit het land, veel steedsche gapers staan;
Ik zag een glazen flesch, daar nat was ingegoten,
Ik zag een groenen vorsch, die was er in gesloten,
Ik zag hoe dat het beest daar ginds en weder zwom,
Ik zag er bovenal veel egels (1) om en om;
Ik zag het gansche rot omtrent den kikker wroeten:
Een hing er aan de hals, een ander aan de voeten,
Een onder aan de buik, een boven aan de kop,
Een achter aan den rug, een voren aan den krop;
De vorsch was in de neep, hij wist niet wat te maken,
Hij dede wat hij mogt, om uit te mogen raken,
Hij dook, hij reed omhoog; hij dreef, hij ging te grond,
Maar, waar hij wijken mogt, daar was een wreede mond,
Die beet hem in de borst, die stak hem in de lenden,
Die zoog hem aan de buik. Waar kan, of zal hij wenden?
De pijn is overal, en ziet! het enge vat
Is zonder open lucht, en zonder eenig gat.
Hoort, waar in dit gezigt mijn losse zinnen vielen:
Ik dacht: hier is de stand van die bedrukte zielen,
Die kwalijk zijn getrouwd; zij voelen hun verdriet,
Maar woelen in het bogt (2) daar niemand uit en vliedt.
De vorsch was mij een beeld van die geurig zuchten,
Van die geringeld (3) zijn en niet en kunnen vluchten;
Mij dacht, het enge glas geleek de naauwe trouw,
En dat zo vinnig stak, de tonge van de vrouw;
Die is toch bijster scherp en bijt van alle zijden,
Het oor, het brein, het hart, dat heeft er van te lijden:
Ach! 't is vóór alle ding een ongelukkig man,
Die staâg gepijnigd wordt en nimmer vlieden kan.

(1) Oude benaming van den bloedzuiger.
(2) Bogt gold destijds in den zin van eene afgeslotene plaats waar men, er eenmaal in zijnde, niet uit kon komen.
(3) Omsingeld, als in een ring of kring ingeloten.
recordnummer: 19588

bron:

siglum:Fontein Vingertuig1645 (1645)
titel:Arions Vingertuig, Opdeunende Verscheide Minne-klagjes, Koozingen, Boertigheên, en [...]
pagina: p101 (liednummer 54)
gebruikt ex.: Den Haag KB: 174 F 50
beschikbaar: scan van de gehele bron (search.proquest.com)
link (full text): tekst van de gehele bron volledige tekst in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren