Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


Ad Laudes

Der hemelen ewich glorij groet
salich hoep der sterflicken bloet
ghij soen vanden oppersten heer
der reijnder maecht oock soone teer

Reijckt vuijt v handt, die nu opstaen
dat in haer rijse aengenaem
Een sober hart, vlijtich tot loff
met dancbarheijt, al sijn wij stoff

Die morgen ster blinck in sijn troen
vercundicht tlicht op d'aerde groen
des nachts duijster ontualt hem bloet
ons t'heijlich licht verlichten moet

En blijuende in ons verstandt
der werrelts nacht, moet doen afstandt
ten endt van alle dagen coen
maect dat ons harten blijuen scoen

Tgeloeff als eerst geuonden scier
mocht wortelen in ons manier
oeck ons verblijden hoop vruchtbaer
op dat die lieff wort openbaer

Deo patri [25]

Enige hymnen en lofzangen (Utrechtse liedbundel van 1582)
1582
Utrecht UB: 1338 (5 M 23)
p24

Johan Oosterman, naar bron, diplomatisch (niet gecontroleerd)