Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


Een nieu liedeken
Op die wijse Van Duyren.
O Godt van Hemelrijcke
Wilt u oogen nederwaerts slaen
Op u kinderen al gelijcke
die met druck noch zijn belaen
Al somen nu siet inder werelt dit is claer
Van groot oproer en tweedracht voorwaer
Men siet daechgelicx voor ons oogen
Niemant wil hem tot duechden poghen.

Alsoot nu cortelinge is gebleken
Al in dat Vlaenderen lant
hoe der ses vaendel guesknechten zijn gestreken
Om de stadt van Valecijn te doen onderstant
dat verhoorde mijn van rijsseghom
Ende hy heetse wellecome certeyn
Hy voerdese binnen zijn heerlickhede
die knechten waren niet wel te vreden.

Hy vraechde als Judas dede
Alsoot aen hem bleeck voorwaer,
een bode sont hy na rijssele binnen der stede
dat de heeren hen ruiters en knechten soude senden aldaer
de guezen waren daer op verdacht
ende sy hadden gescut al op de wagens gebracht
Twelc rijssegom niet hadde vernomen
ende hieten barlemont mit zijn ruyters ende knechten wel gecomen.

Als de guesen dit vernamen
datse waren al inden strijdt
en dat mijn van barlemont an gereden quamen
en brachten ruyter en voetknechten mijt
sy hebben haest haer geschut nadergestelt
en sy schoeten cloeck al in dat velt
de ruyters begonde te duchten
men sach de stucken vliegen in de luchen.

De trompetten sloegen alarme
de trommel maeckte daer geclanck
twelck duyrde voor menich iandarme,
meer als vier uren lanck
de guezen weecken te rugghe claer
tot datse quamen inde bosschage een paer
men sach de vendels daer vliegen al voren
men rieper slaet doot twas quaet om horen.

Wel 4. huysent van beyde syden
zijn daer verslaghen doot
mijn van barlemont lieter oock zijn leven
mit 3. hondert paerde ruyters ic segt u bloot
dit is nu den loon de heeft ontfaen
ende sy wilden niet de offerhande voorstaen
God wil hem de sonden vergeven
dat wy altsamen eendrachtich moegen leven.

Alsomen sach sonder sneeven
binnen Doornick voorwaer
hoe sy de Borgers benomen tleeven
om datse Gods woort belijden een paer
en wilt ooc vromelick blijven staen
dat harnas Gods wilt trecken aen
op u hooft set sonder myden
den helm der salicheyt.

Met David en wilt niet vresen
Voor hondert duysent man
Heeft God u wtgelesen
Niemant u letten en can
dit coemt nu om onse sonden voorwaer
die wy noch dagelicx doen tis claer
Met dobbelen tuysschen ende dootslagen
daerom coemt ons nu de Here plaghen.

Tgemeen welvaert is wech geweecken
de coopmenschap ende neringe zijn wy al quijt
elck winsche is nu vol boossheyt gesteken
daer toe vol haet ende nijt
alsomen noch dagelicx wel hoort
Den eenen broeder slaet den ander doot
so ghy nu siet aen alle zijden
meer als hondert gelooven op dese tijden.

Den prince God onsen vadere
die altijt zijn volck bewaert
ons troost en druck ontladere
so ons de schriftuyre verclaert
en laet ons aenroepen den Here altijt
dat hy wil vrede senden int rijck
en laet ons voor den coninck leden
dat hy zijn landen wil stellen in vreden.

Een nieu liedeken Op die wijse van duyren [inc:] O Godt van Hemelrijcke
[1567 ca.]
Kampen Gemeentarchief: Oud Archief Kampen inv. nr. 2259
plano

DBNL, naar Kuiper & Leendertz 1924.