Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


Den sevensten Lofsanck, ende is een Prophetische belofte van Vrede. Op de wijse vanden xij. Psalm, Doet ons bystant.
Siet vanden berch des Boden voeten comen,,
Wiens bootschap goet is, en t'herte verquickt,,
Hy predict vrede, ende troost den Vromen,,
De schalc heeft uut, Godt heeft hem wech geschickt.

Voor Assur wert u Vrede nu gegeven
Hy en sal hier synen lust niet meer sien,
Aen Sion, die hy geerne hadt verdreven,
Sy wort verlost, heur vyanden die vlien.

Sijn Jock, twelc ghy overlang hebt ghedraghen,
Dat breeckt Godt nu, gants vrij wordt dijnen hals.
Sijn banden worden ontstucken geslagen:
Want dijne stercte is dijn God in als.

Des Heyres Heer die heeft sulcx vast besloten,
Ende zijn hant is daer toe uutgestreckt,
Tis met hem uut, zijn valscheit heeft verdroten
Den Godt, die u nu zijn waerheyt ontdeckt.

Vrede wilt Godt geven in dijnen lande,
Op datmen daer onverschrickt slapen mach:
Tboose gediert sal gans comen te schande:
Want Godt de Heere verhoorde dijn geclach.

Wilt t'samen dan aftreden van het quade:
Doet goet, soeckt vrede, ende daer na jaecht:
So sult ghy sien Godes groote genade,
Die zijn Volck helpt, alst zijn goetheyt behaecht.

Fruytiers, J., Schriftmetige Gebeden op deerste Boeck Moysi, Genesis. Insgelijcx op alle de Psalmen des Conincklicken Propheets Davids: Midtsgaders sekere Ghebeden, Dancksegghinghen ende Lofsangen voor ende na den Avontmale: Oock andere/ in tijde van Oorloge, Peste, dieren tijt, onstumich weder, ende diergelijcke: om op alle Bedendagen in ende buyten der Ghemeynten te gebruycken. Onlancks tot dienst ende nutticheyt alder Godsaligen by een gestelt, door Jan Fruytiers
1573
Leiden UB: 1370 G 1
f155v

Transcriptie Marten Tilstra naar ex. Leiden UB.