|
|
Herders Liedt opde stemme: ha friponne
1. Wie beminde dacht u hier te vinden in steure winden soo vroegh op het velt ://: ://: iets verborghen vanden vroeghen morghen u soo doet sorghen en uw sinnen quelt ://:
2. Neen mijn reden is wel te besteden met nuttigheden ten weerdighen tijdt ://: ://: en door sliepen geensints te vergapen tgeen mijn schapen tot voordeel gedijdt
3. Soo't u luste, hier nogh wat te rusten ksal langhst dees kusten uw schaepjes wel hoen ://: ://: en hun beijden langhst deese groen heijden al om te weijden voor maer eenen soen ://:
4. wegh philander wat reden dogh cander u buijten ander dees vraeghe doen doen ://: ://: 'k ken van allen die mij wel bevallen tot sulcke smallen niet eenen soo koen
5. herderinne hoe soo stuur van sinne indien mijn minne geen troost en verhoopt ://: ://: wilt alvooren eer u te verstooren mijn klaghen hooren eer ghij van mij loopt //
6. Neen uw steecken sijn mij reeds gebleeken de kans verkeken keert nimmer een vriendt ://: ://: die derft vraghen om schandigh behaeghen dienst op te draeghen mij geensints en dient
| |
|
Nederlandse en Franse wereldse liederen
|
1600-1700
|
Gent UB: Hs 898 |
f17v |
|
Transcriptie van titel, wijsaanduiding en liedtekst, naar bron, diplomatisch. Door Pieter Moelans. |
|