|
|
[15] De strijd tussen remonstranten en contraremonstranten (ook wel: Rrkkelijken en preciezen, of: arminianen en gomaristen) komt tot een dramatisch hoogtepunt als Maurits, die partij voor de contraremonstranten heeft gekozen, de remonstrants gezinde Johan van Oldebarneveld laat onthoofden.(Den Haag, 1619). De contraremonstranten hebben hun aanhang vooral onder het volk, en ook de dichter van het nu volgende Geuzenlied lijkt tot die partij te horen. Hij is in zijn nopjes met de terechtstelling van de bejaarde raadspensionaris, maakt woordspelinkjes op diens naam (barneveld - branden, veld) en spreekt degenen tegen die Maurits van een politieke moord beschuldigen.
Een nieu Liedeken, van den Advocaet Barneveldt. Op de wyse: Sal ick noch langer in heete tranen. Het velt en sal niet langer branden Den brandt die is nu uyt gheblust Van blyschap klapt nu in u handen Looft den Heere met herten lust, Thoont melody, met herten bly Singet met een blyden gheest, Maeckt nu Couragie soet onbevreest. Dese vlam heeft seer langh gheflackert Teghen den vromen Orangien stam, Maer onsen Prins die is verwackert Doen hy desen brant fel vernam, Dit vuyr seer heet, was hem te wreet, En heeft hem Jaren lanck ghequelt Jae dickmaels int bloet-bat ghestelt.
Ghy lasteraers wilt nu toch swijgen De vroome Staten niet en beliecht (*1) Of ghy sulter u loon af krijgen, Want ghy u selven toch bedriecht Want het Gherecht en is niet slecht. Die hebben gheexamineert (*2) Ende met recht gheexcuteert.
(*1): ten onrechte beschuldigen (*2): onderzocht | |
|
Camerata Trajectina (artiest),
Die tyranny verdrijven: politieke liederen uit de tachtigjarige oorlog. ES 46.426. VNM R 79001
|
1979
|
|
1: 15 |
|
|
|