|
|
[19] Anonieme melodie - 'T KAN MIJN SCHIP NIET QUALIK GAEN Tekst: Constantijn Huygens
Constantijn Huygens heeft zich veel moeite moeten getroosten om Suzanna van Baerle te veroveren. Velen, waaronder zijn eigen broer Maurits en Pieter Cornelisz Hooft hadden vergeefs naar haar hand gedongen. De vrijage was voor Constantijn geen vrolijke tijd. 'Al mijn aanzicht was een plas', aldus onderstaand lied. Het portret dat Jan Lievens in die tijd schilderde en dat op de voorkant van deze hoes is afgedrukt, spreekt boekdelen. ln zijn autobiografie beschrijft Huygens dit als volgt: 'Toch (ondanks de grote bewondering voor het poftret) menen sommigen te moeten opmerken dat door het peinzende gelaat de opgewektheid van mijn geest minder goed tot haar recht komt. Maar ik wijs er op, dat ik dit om de waarheid te zeggen aan mijzelf heb te wijten, daar ik omstreeks die tijd tot over mijn oren in ernstige en gewichtige familiezaken zat en, zoals dat gaat, de zorgen die ik in mijn binnenste trachtte te verbergen, in de uitdrukking van mijn gelaat en ogen niet onduidelijk aan het licht kwamen.' Als Suzanna hem dan eindelijk haar jawoord geeft, verkeert Constantijn in de zevende hemel: hij heeft nu zijn 'Sterre' gekregen. ln dit lied geeft hij uiting aan zijn gevoelens op de melodie van een Franse air de cour. Zijn Sterre staat nu in het oosten: dit is nog maar het begin. Wat zal ze een warmte uitstralen als ze nog verder is gerezen!
LIED Wijze: Ie remontraij l' autre jour
'T kan mijn Schip niet qualik gaen, 'T kan mijn Schip etc. 'Ksie mijn Sterr in't Oosten staen, Mijn Morgensterre; Stiermann houw vrij Oostwaerd aen, Het land en is niet verre.
'T Oosten daer de Sonn ontslaept, Daer Aurora haer perlen raept, Het helder Oosten, Hebb ick 't lang vergeefs begaept Belooft mij nu te troosten.
All mijn aensicht was een plass, Nu is 't drooger dan 't oyt was, Met bey' sijn' kranen. Wat zijn droppelen van gras Bij sulcken Zee van tranen?
Sulcken Zee heeft Sterr gedroogt, En mij maer van verr beooght, Verr uyt den Oosten, Komt sij eens ter Middagh-hooght Denckt hoese mij sal roosten.
Stercke Sterr, staet verder af, Uw' medoogen valt te straff, 'T is niet te lijden Dat die mij het leven gaf Het leven sou besnijden.
Maer besnijdt mij 'tleven vrij, Stercke Sterr staet neven mij, Verlies ick 'tleven Sulcken levend licht als ghij Sal licht niew leven geven.
Vier, en meer als menschen-pijn Sullen all mijn wenschen zijn In uwe handen, Sterre brengt uw vier bij 'tmijn Het sal te heeter branden.
Hag. 26 Ian. [1627]
| |
|
Camerata Trajectina (artiest),
De muzikale wereld van Constantijn Huygens. (Muziek uit de Gouden Eeuw 3). VNM R 87005
|
1987
|
|
1: 19 |
|
|
|