Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


[2] WEET GHY MAACHDEN ARM EN RIJCK

Lied van een meisje dat verliefd is op een jongeman. De liefde is gelukkig wederzijds, maar in overeenstemming met de gedragscode van haar tijd laat ze hem van haar genegenheid niets merken. In het lied komen ze elkaar tegen. Als het meisje ziet hoezeer haar minnaar lijdt onder haar geveinsde onverschilligheid, besluit ze hem haar liefde te bekennen.

Liedt
Stemme: O ghy Nimphe hooch vermaart, &c.

Weet ghy Maachden arm en rijck,
Hoe dat ick ben verlieft,
Op een Jonghelinck mijns gelijck,
En die my mint ontdieft
Tis sijn hart, een groote smart,
Als hy van myn scheyden moet,
En een vreucht, voor ons jeucht
't Selschap valt ons beyde soet,
Siet wie daar ginder staat
Ist myn beminde? jaat,
Ay siet toch wat hy doet.

Siet sijn graasselijck wesen an,
Dat soo van schoonheyt blinckt,
Siet die uytghelesen man,
Hoort hoe sijn lietje klinckt,
Hoort hoe eel, dat sijn keel,
Draeyende beven kan
Siet mijn lanst, hoe hy danst,
Siet hoe hy leven kan,
Siet nae sijn weelicheyt,
Siet dan sijn eelicheyt,
Die hy daer nemen can.

Och sijn hertjen en het mijn,
Komen wel over een,
Maar ick toon met myn aenschijn
Al of ick het niet en meen
Mijn begheer, ick ontbeer,
Lacy door men veynsen, siet
Of dees helt, my al quelt,
Hy can myn ghepeynsen niet,
Waer toe salt strecken nu
Al myn bedecken schu,
De wijlt my selfs verdriet.

Oprecht Prinsselijck ghemoet,
Dat meer van deuchden hout
Als van al het aertsche goet,
En kiest die eer voor 't gout
Siet mijn geest, mint en vreest,
U uyt goeder minnen weer
Ick maack noch, u Hertoch,
Van myn goet en sinnen Heer,
Wilt nu ghebieden maer,
U wensch sal schieden, vaar,
Myn roem, myn lust, myn eer.

Camerata Trajectina (artiest), Bredero Amsteldammer: liederen uit het Groot Lied-boeck van Gerbrand Adriaensz. Bredero (1585-1618). (Muziek uit de Gouden Eeuw 1). VNM R 86003.
1986
1: 2