Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


[5] O GOD DIE DE GEDACHTEN

Een vroom lied, hier verkort, waarin de dichter berouw toont over de vele zonden waartoe zijn zinnelijkheid hem heeft verleid. De melodie is die van psalm 130: "Uit de diepten van ellenden roep ik tot U, o Heer".

Geestigh Liedeken
Stemme : Wt den diepten, รด Heere!.

O God die de gedachten
Der Menschen siet en leest!
Ghy weet wat sy betrachten
In 't midden van haer Geest,
Waer sy haer toe begeven,
Het sy tot goedt of quaet,
In dit ellendigh leven,
Dat als een windt vergaet.

Ick heb door mijn misdaden
En gruw'len onbepaelt,
In plaets van u genade,
U straf op mijn gehaelt.
Och ick en kan niet rusten
Van eygen wil verwoet:
Wat laes! mijn quade lusten
Die dryven my van 't goedt.

Gelijck twee dolle Meyren (*1),
In onbedwongen run,
Onmog'lijck zijn te keeren,
Maer vlien door dick en dun,
Tot sy haer meester storten
In 't water of in 't slijck,
Soo doen sy my verkorten
Mijn leven jammerlijck.

O Heer ick ben verwonnen,
Ick ken 't in mijn gemoet,
Maeckt van mijn oogen bronnen
Van water en van bloet,
Die tot den Hemel springen
Tot voor u Majesteyt,
Op dat sy u bedwingen
Tot u barmherticheyt.

Doet doch soo groote dingen
Aen my benaude Man,
Dat daer u kraeltjes (*2) singen
In eeuwicheden van
U goetheyd en het wonder,
Dat niet kan zijn vol-eert,
Dat is dat ghy een Sonder
Soo saligh hebt bekeert.

(*1): merries
(*2): engeltjes

Camerata Trajectina (artiest), Bredero Amsteldammer: liederen uit het Groot Lied-boeck van Gerbrand Adriaensz. Bredero (1585-1618). (Muziek uit de Gouden Eeuw 1). VNM R 86003.
1986
1: 5