Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


[3] tCaetspel der Franchoysen (Noble franchoos)

10. T CAETSPEL DER FRANCHOYSEN (J. van der Voort, 1583)

De Hertog Frans van Anjou, broer van de Franse koning, die na het afzweren van Philips II landvoogd van de Nederlanden was geworden, was ontevreden over zijn macht en viel op verraderlijke wijze de stad Antwerpen aan, de zogenoemde Franse Furie (1583). De burgerij vocht dapper terug en slaagde er binnen het uur in de Fransen de stad uit te werken, waarbij vele doden vielen. De verontwaardiging was groot. Jeronimus van der Voort, factor van de rederijkerskamer D'ongeleerde van het naburige stadje Lier, dichtte een vernuftig lied op deze gebeurtenis, waarin hij inspeelde op een liefhebberij van Anjou: het kaatsspel. Deze sport, populair in adellijke kringen, werd gespeeld met ballen en 'raketten' (rackets) in speciaal aangelegde, overdekte kaatsbanen. Maar nu werd er met loden ballen 'gekaatst'.

tCaetspel der Franchoysen: Ghesangs-wijse in een Liedeken vervaet, Op de wijse van d'Ongeleerde van Liere, T'handtwerpen int Haech-spel ghesongen (*1).

Noble Franchoos,, Subtijl Courtoos (*2),
Wat hoor' ick van u spreken?
Dacht ghy een Roos',, over een poos,
Op uwen Hoedt te steken,
Die de reyn Maecht,, T'hantwerpen draecht? (*3)
Men candt niet wel ghelooven;
Brabon (*4) die waecht,, 'tLlijff onvertzaecht,
Hy laetse niet berooven.

Ghy swoert den Eedt,, int Hertochs cleedt,
Dees reyn Maecht voor te stane;
Met t'Sweyrdt bereedt,, te wreken d'leedt,
Hoe ruymt ghy nu de bane?
Coemt weer met vreucht,, end' u doch veucht
By ons Neerlandts Noblesse (*5);
In dien ghy meucht,, bethoont ons deucht,
Roept niet: Vive la Messe (*6).

Sonder Helmet,, u Volck seer net,
Reedt twee end'twee te peyrde;
Elck had't Racket (*7),, om kaetsen met,
Maer gheensins met den Sweyrde
En sochten sy,, den vyandt, tfy,
Maer wel Antwerpen schoone (*8);
Te rooven vry,, dit claghen wy
Ws Vaders Fransche Croone.

Ghelt, Pant, noch loff,, wt s'Hertochs Hoff,
En sachmen haer by-setten (*9);
Maer Ballen groff,, fijn Cruydt als stoff,
Daer moesten wy op letten;
De kaetsen sterck,, werden int perck,
Gheteeckent met Lichamen (*10);
Elck een had'werck,, t'was Leeck oft Clerck,
Al die te Spele quamen.

Een Caetse lanck (*11),, hadden sy franck,
In t'Kipdorp aen de mueren (*12);
Den Hinckaert manck (*13),, met cleynen danck,
Deed' daer de Ballekens rueren;
Sy waren Loot,, t'welck ons verdroot,
Wy stonden int Spel binnen (*14);
Dus elck den poot,, om spelen boot (*15),
De Kaets' sachmen ons winnen.

(*1): op de melodie van een lied dat de Lierse rederijkerskamer D'ongeleerde eerder op een haagspel (een dichtwedstrijd) te Antwerpen had gezongen
(*2): hoveling
(*3): de roos op de hoed steken: het ontmaagden van de Antwerpse stedenmaagd
(*4): de Brabander
(*5): ondanks het verraad trachtte Oranje Anjou met de Staten te verzoenen
(*6): de Franse soldaten hadden o.m. 'Vive la messe' geroepen om de katholieke burgers op hun hand te krijgen
(*7): racket
(*8): ze vielen met het zwaard niet de vijand aan, maar Antwerpen
(*9): inzetten: bij het kaatsen werd stevig gegokt
(*10): als de bal in het perk was stil komen te liggen, werd die plaats met bv. een steen of tegel aangetekend; hier dus met lijken
(*11): lange kaatsbaan
(*12): de aanval begon bij de Kipdorppoort, waar Anjou zogenaamd zijn intocht zou houden
(*13): een van de edelen, Rochepot, veinsde zijn been te hebben bezeerd en riep 'Jambe cassée', het wachtwoord om aan te vallen
(*14): bij het kaatsen waren er binnen- en buitenspelers
(*15): verdedigde zich krachtig.

Uit: Jeronimus van der Voort, tCaetspel der Franchoysen, pamflet Antwerpen 1583.
Vierstemmige zetting door Camerata Trajectina.

Camerata Trajectina (artiest), Willem van Oranje. Om vrijheid van geweten
1984
1: 3