|
|
[9] VIER FRAGMENTEN UIT HET EXTRACTUM CATHOLICUM
(Johannes Stalpart van der Wielen, 1631)
De Rooms-katholieke dichter Johannes Stalpart van der Wielen was in de eerste helft van de 17e eeuw werkzaam als priester in een schuilkerk in Delft: de openbare eredienst was aan de Staats- kerk voorbehouden. Stalpart gaf lucht aan zijn haat jegens de nieuwe kerk in zijn liederenbundel 'Extractum Catholicum, tegen alle Gebreken van Verwarde Harsenen'. Elk van de bijna 200 liederen is een "dosis" van een medicinaal extract dat de zieke hersenen van de Calvinisten moet genezen. In vele doses komt een Protestant voor, die de spot drijft met een Rooms-katholiek gebruik. Stalpart laat hem telkens door een katholiek uitvoerig van repliek dienen.
XVI. Dosis DE SCHRIFTUIR Stem: Edel' Artisten koen
p: Onsalig creatuir, Ellendigste der menschen! Hoe'n leesje geen schriftuir Gelijk de Beroënsen Actor. 17.11 By Paulus tijd doorzochten Met een ontsteken drift, Wes hen de leeraers brochten, Te berde van de Schrift.
rk: Dits my, o Broeder fijn! Nu lang gedaen te vooren: Mijn Beroënsen sijn De leeraers en Pastoren Der Christelikker Kerken Die als uit eene mond Uw' leering end'uw'werken Verclaren ongezond.
LIX. Dosis ZEEDE-DOOP Stem: Schoon Ionkvrou ik moet u klagen
p: Wat beduyden all'de dingen Die'k de Roomsche Kerk Aen de nieuwe Dopelingen Stellen zie te werk? Waer toe blaestze, quyltze, zweertze, Waer toe wijdze zout? Waertoe kruystze, zalftze,smeertze, Hen met Oly-smout?
rk: Omdat zy van over lange In haer eerste struik Van d'Apost'len heeft ontvangen Al dit oud gebruik. Daer van op den dag van huiden Noch getuigen fijn All'd'oud-vaders die z'ons duiden In't Grieks en Latijn
Als dan Zwingel (*1) zijn verrotten Vuilen bek ontsluit Zwingli Om met dit gebruik te spotten, Zoo en weet de guit Niet dat hy met d'eige zeden Ons liefs Heren lacht: Die dus inde kranke leden Wel genade wracht.
(*1) de hervormer Zwingli
XLVIII. Dosis HEILIG-EER Stem: Op't Kruisteiken Ziet Dos. 2
P: Doen ons de thien geboon Maer eenen God aenbidden: En steldt zich Godes zoon Exodi 20,1 Voor ons alleen int midden Als Advocaat; hoe kan 1, Ioan,22 Het Pausselijk vermeten Rom, 8,34 De Heil'gen eeren dan, Hebr, 7,25 Die van ons niet en weten? Isa. 63,16 rk: Fijn Man! 't is Vigilant, Daer mede ghy in dezen Weerom te zamen spandt: Gelijk ons noch doed lezen Ieronymus; die met De kloukheid zijnder pennen, De leugen heeft weerzet De waerheid heeft doen kennen.
Wy dienen eenen God, Rom, 2,10 & Rom,13,17 Als eenig Heer der Heeren. Maer des ist ook gebod, Die eer toekomt te eeren. Een yder nae de maet Van zijn ontfangen waerde; En nae den Hemel staet Verheven vander aerde.
CCIX. Dosis VRYE WIL Stem: Rosbaerdje, en moy Niesje
Is't dat ghy wilt gevonden Eens werden in de vreugd Zoo keerd u van de zonde En voegt u tot de deugd.
Hoe zal ik dit beginnen 'K en heb noch wil, noch maet, Noch om het goed te minnen, Noch om te haten 't quaed. Den Heer doed all' mijn werkken, Isaie. 26. 12 Daer is geen vrije wil, Nae 't les van onze Kerkken, Des ik mijn houde stil.
Hoe komt dan God te noden Den mensche tottet goed, Argumentum Augustini lib. de gratia &lib. arb. cap. 2 Indien hy noch geboden Noch quaed vrywillig doed?
| |
|
Camerata Trajectina (artiest),
De hoer van Babylon: liederen van ketters en papen. (Muziek uit de Gouden Eeuw 2). VNM R 87004
|
1987
|
|
1: 9a |
|
|
|