|
|
[9] VIER FRAGMENTEN UIT HET EXTRACTUM CATHOLICUM
(Johannes Stalpart van der Wielen, 1631)
De Rooms-katholieke dichter Johannes Stalpart van der Wielen was in de eerste helft van de 17e eeuw werkzaam als priester in een schuilkerk in Delft: de openbare eredienst was aan de Staats- kerk voorbehouden. Stalpart gaf lucht aan zijn haat jegens de nieuwe kerk in zijn liederenbundel 'Extractum Catholicum, tegen alle Gebreken van Verwarde Harsenen'. Elk van de bijna 200 liederen is een "dosis" van een medicinaal extract dat de zieke hersenen van de Calvinisten moet genezen. In vele doses komt een Protestant voor, die de spot drijft met een Rooms-katholiek gebruik. Stalpart laat hem telkens door een katholiek uitvoerig van repliek dienen.
[..]
CXIX. Dosis VRYE WIL Stem: Rosbaerdje, en moy Niesje
Is't dat ghy wilt gevonden Eens werden in de vreugd Zoo keerd u van de zonde En voegt u tot de deugd.
Hoe zal ik dit beginnen 'K en heb noch wil, noch maet, Noch om het goed te minnen, Noch om te haten 't quaed. Den Heer doed all' mijn werkken, Isaie. 26. 12 Daer is geen vrije wil, Nae 't les van onze Kerkken, Des ik mijn houde stil.
Hoe komt dan God te noden Den mensche tottet goed, Argumentum Augustini lib. de gratia &lib. arb. cap. 2 Indien hy noch geboden Noch quaed vrywillig doed?
| |
|
Camerata Trajectina (artiest),
De hoer van Babylon: liederen van ketters en papen. (Muziek uit de Gouden Eeuw 2). VNM R 87004
|
1987
|
|
1: 9d |
|
|
|