|
|
Philosophia stelt de diagnose van haar `patiënt'. Boëthius nblijkt het doel van de wereld te kennen noch zichzelf. In de volgende boeken gaat ze aan zijn genezing werken. Nu krijgt hij eerst nog een zacht medicijn, om zijn `nevel' op te lossen:
VII. Rym [op de wijs van de Tien geboden]
Wanneer de Sterren zyn betoghen Met wolcken zwart dick ende zwaar, En connen zy op d'aard niet toghen Haar glinstrich licht schoon reyn en claar.
Verdryft die vruechd, verdryft het vrezen Verdryft den hoop, en droefheid bang. Waar dees ghebieden, moet oock wezen Een blind ghemoed met quaadheids dwang. | |
|
Camerata Trajectina (artiest),
Liederen van Dirck Volckertszoon Coornhert
|
1990
|
|
1: 9g |
|
|
|