Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


[3] Had hij Holland dan gedragen

Geuse Vesper (*1) of Siecken-Troost voor de Vierentwintigh.
Op de wijse: Branle Partinice

Hadt hy Hollandt dan ghedragen,
Onder 't hart,
Tot sijn afgeleefde dagen,
Met veel smart,
Om 't meyneedigh swaert te laven,
Met sijn bloet,
En te mesten kray en raven,
Op sijn goet?

Maer waerom den hals gekorven?
Want sijn bloet
Was in d'aders schier verstorven;
In sijn goet
Vontmen noyt de Pistoletten (*2)
Van 't verraet,
Uutghestroyt, om scharp te wetten
's Vollecks haet.

Gierigheyt en wreetheyt beyde,
Die het swaert
Grimmigh ruckten uyt der scheyde,
Nu bedaert,
Suchten: Wat kan ons vernoegen
Goet en bloet?
Och, hoe knaecht een eeuwigh wroegen
Ons ghemoedt!

Weest te vreen, haelt Predikanten (*3),
West en Oost;
Gaet en soeckt by Dortsche santen (*4)
Heyl en troost;
'T is vergeefs, de Heer koomt kloppen,
Met sijn Woort (*5),
Niemandt kan de wellen stoppen
Van die Moort.

Spiegelt, spiegelt u dan echter,
Wie ghy zijt;
Vreest den worm, die desen rechter
't Hart afbijt,
Schent uw' handen aen geen Vaders,
Dol van haet,
Scheldt gheen Vroomen voor verraders
Van den staet.

(*1): vesper: katholieke avonddienst, wellicht met de bijgedachte aan de vespers der doden
(*2): Spaanse geldstukken
(*3): om het ziekentroost te laten voorlezen
(*4): heiligen: de deelnemers aan de Dordtse synode
(*5): de ziekentroost.

Uit: anoniem pamflet ca 1631 (Joost van den Vondel)


Camerata Trajectina (artiest), Een muzikaal portret van Joost van den Vondel
1987
1: 3