|
|
1. In dichte drommen staat o heer Uw kruisleger bereid In d' ogen* de gloed van uw ogen gebrand [*de harten ?] En hakend naar de strijd
Refrein: Heil Jezus onze koning U zweren wij de eed Te stormen naar u met het kruis in de vuist Tot daverend dreun onze zegekreet
2. Met ijzeren wil geharnast staan Uw trouwe strijders pal De lippen nog rood van Uw kostbaar bloed Dat zwakken stalen zal
Refrein.
3. Ons harten laaien van het vuur Dat uit uw Harte gloeit Een vlammende zee die de wereld omspoelt En stijgende immer groeit
Refrein.
4. De klokken luiden feestelijk De heilige kruistocht in God wil het! Te wapen! Maria voert aan Ten kamp als koningin
Refrein.
5. De kruisvlag wappert hoog die ons Naar het kleurende Oosten wijst Wijl boven onz' hoofden de zegezon De stralende Hostie rijst
Refrein.
6. Vooruit! Harop! Den vijand in! De stormklok nu geluid Door Hem die ons sterkt met Zijn lichaam en bloed De zege is ons! Vooruit!
Refrein.
Anna van Gog-Dings (Opn. 09-09-93)
[strofe 2 t/m 6 uit schoolschrift Anna van Gog-Dings (18)]
[comment. HK: 3e regel moet zijn: In de harten de gloed van uw ogen gebrand. Vroeger zelf geleerd t.g.v. de plechtige communie]
| |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|
© 2024 KNAW/Meertens Instituut