Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


M vraagt haar het liedje Op de woelige baren te zingen. G zingt:

Op de woelige baren
Bij storm en bij wind
Denkt hij steeds aan zijn blondje
Dat vrolijke kind
Zij leeft in zijn harte
Ze zingt in zijn bloed
Hij hoort steeds haar stemme
In de eb en de vloed

Een jonge zeeman gaat aan boord
Want nu heeft hij zijn schat
Toen kwam het noodlot op zijn weg
Dat hij vergeten had
Zijn schip dat strandde op een klip
Toen was het gauw gedaan
't Is in een woeste storm des nachts
Met man en muis vergaan

Op de woelige baren
Bij storm en bij wind
Denkt hij steeds aan zijn blondje
Dat vrolijke kind
Zij leeft in zijn harte
Ze zingt in zijn bloed
Hij hoort nog haar stemme
In de eb en de vloed

Ook T is getroffen door de wijze waarop G zingt. G houdt zich bescheiden maar weet wel te vertellen dat haar kinderen en kleinkinderen altijd luisterden wanneer ze zong. Ook heeft iemand wel eens gezegd dat ze met een kinderstem zong. Volgens M zingt G helder en zuiver, een niet-alledaagse combinatie. Bij kerkbezoek heeft G moeite met het meezingen: het is voor haar meestal te laag.

Opnames gemaakt in de Utrechtse wijken Lombok en Transvaal, 1998
1998

Transcriptie en evt. annotatie/commentaar door veldwerker Marie van Dijk, 1999-2004