[11] LIED VAN DE VRAATZUCHT
Ik wil alleen maar zweren Bij wildbraad, worst en wijn, Bij dagelijks potverteren En eeuwig zalig zijn! Geprezen spies en kruik, Geprezen klem en fuik: Men kent de goede heren Het beste aan de buik.
Fazanten, ree, champagne, Kapoenen, most en spek - Ik wandel door Kokanje, De hel is voor de vrek! Ik geef geen lauwerkrans, Geen goud of zilverglans, Venetiƫ noch Spanje In ruil voor mijn geschrans.
Ik laat fiolen zorgen, Mijn vrouw mag wandelen gaan, Zolang ze varkens worgen En kelen kip en haan! Lang leve de poelier, Lang leve 't kriekenbier: Vergeet de dag van morgen, Het paradijs is hier.
| [11] THE SONG OF GLUTTONY
I swear by only these things, lo: By wild game, wurst, and wine By daily treating friends, and so Forever happ'ly dine! All praise to spear and jar All praise to trap and spar: You know the hearty fellows - Their guts stick out this far.
For pheasants, bucks, champagne, For capons, beer, and ham I'll wander through Cockaigne Let misers all be damned! No gold or silver paid me, No laurel wreath or crown No Spain nor Venice trade me, For what I gobble down.
So let our cares be bottled, My wife can wander free, As long as pigs get throttled And necks of hens for me! Long live the butcher dear. Long live the cherry beer: Forget about pie-in-the-sky, Want paradise? It's here!
Translation: Ruth van Baak Griffioen |