|
|
|
[14] ALS IK NAAR JE BLINDE OGEN KIJK
'k Weet nog goed hoe in jouw blauwe ogen,
't Licht nog niet voorgoed was uitgeblust,
Hoe wij saam vaak door de velden zwierven,
Bloemen plukken was je grootste lust;
Met je blos van kinderlijke blijdschap,
Was je dan een lentebloem gelijk,
Kind, ik moet niet aan die uren denken,
Als ik naar je blinde ogen kijk.
Iedereen vond jou zo'n lieve engel,
Iedereen vond jou zo'n echte schat,
Vreemde mensen zeiden honderd malen,
Dat jij zulke mooie ogen had.
'k Had wel zorgen in die goede dagen,
Doch met jou gevoelde ik mij rijk,
'k Twijfel nu aan hemel en aan aarde,
Als ik naar je blinde ogen kijk.
Ja, je was de appel mijner ogen,
'k Hield van jou altijd het allermeest,
'k Heb misschien te veel van jou gehouden
'k Ben wellicht te trots op jou geweest.
Jouw bezit was mij de grootste weelde,
Heel mijn hart hing aan jouw liefdeblijk.
Kind, ik voel zo'n eindeloos verlangen,
Als ik naar je blinde ogen kijk.
Zie ik soms een bedelende blinde.
O, dan krimpt mijn hart ineen van pijn.
'k Vraag me af of dat jouw lot zal worden,
Als ik er eenmaal niet meer zal zijn.
'k Denk aan jou als ik zo'n arme stumpert,
Bevend dan 'n povere aalmoes reik,
Kind, ik voel zo'n angst om eens te sterven,
Als ik naar je blinde ogen kijk.
Datum opname: 18 november 2003
Zang: Mieke Stemerdink
Muziek: Bouke Feleus (accordeon), Louis Grijp (gitaar)
Tekst: Charles Rogier (Willem Minderman), op een bedelblaadje verkocht door een 'werkloze zonder ondersteuning of crisissteun', begin 20e eeuw (KB Wouters 10014).
Melodie: Willy Derby, naar een uitgave Den Haag, z.j.
| |
|
|
Fosko, Bob (artiest),
Meel, Nico van der (artiest),
Grootel, Suze van [e.a.] (artiest),
De kist van Pierlala: straatliederen uit het geheugen van Nederland. GLO 6057
|
|
2004
|
|
| 1: 14 |
|
|
|
