Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


[16] AAN DE OEVER VAN EEN SNELLE VLIET

Het weesmeisje

Aan d' oever van een snelle vliet,
Een treurend meisje zat,
Zij weent, zij schreide van verdriet,
Het gras van tranen nat.

Een heer die wandelt langs de vliet,
Bespeurt haar bitt're smart,
Dat hij het meisje wenen ziet,
Treft zijn meedogend hart.

Zij zuchtte en zag hem treurig aan
En sprak: "ach! brave man,
Een arme wees ziet gij hier staan,
Die God slechts helpen kan.

Ziet gij dat groene bergje niet,
Daar is mijn moeders graf,
Ziet gij den oever van dees vliet,
Daar gleed mijn vader af.

De felle stroom verwon hem dra,
Hij worstelde, en hij zonk;
Mijn broeder sprong hem achterna,
Helaas! Ook hij verdronk."

Hij nam haar vriend'lijk bij de hand,
Hij, met haar lot begaan,
Hij gaf haar kleren naar zijn stand
Voor weesjes kleren aan.

Zij at zijn spijs, zij dronk zijn drank,
Gestadig dag bij dag,
'k Heb dank, o edel brave man,
Voor zo een goed gedrag.

Datum opname: 17 november 2003
Zang: Maarten van Roozendaal
Muziek: Bouke Feleus (accordeon)
Tekst: Vertaling van 'An einem Fluss der rauschend schoss' (1781), met melodie afgedrukt in het schoolliedboekje 'Vaderlandsch Liedeboek' door Richard Hol, in 1891 gedrukt door H.J. Otto te Haarlem. ( KB Wouters 20029a-011).
Melodie: Naar mondelinge overlevering ook in Fl. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied I ('s-Gravenhage, 1903).


Fosko, Bob (artiest), Meel, Nico van der (artiest), Grootel, Suze van [e.a.] (artiest), De kist van Pierlala: straatliederen uit het geheugen van Nederland. GLO 6057
2004
1: 16