Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


Alleen de coupletten gemarkeerd met een * zijn hier uitgevoerd.

G.A. Bredero, Geestig Lied

Stem: Ik schouw de wereld aan

I*
Wat dat de wereld is,
dat weet ik al te wis,
(Godbetert!) door 't verzoeken.
Want ik heb daar verkeerd
en meer van haar geleerd
als van de beste boeken.
II
Want of ik schoon al las
hetgeen zo kunstig was
als goddelijk geschreven;
't en ging ter ziel, noch zin
zo nijver mij niet in
als 't eigen zelfs beleven.
III
Nu heb ik 't al verzocht,
zo dol als onbedocht,
zo rauw als onberaden.
Och God! Ik heb te blind
en al te zeer bemind
de dingen die mij schaden.
IV*
Een hoofd vol wind en wijn,
een hart vol zuchts en pijn,
een lichaam gans vol kwalen
heeft Venus en de kroes
of zelfs de leide droes
mij dikwijls doen behalen.
V
Och, een bedroefd gemoed
en een hert zeer verwoed
van duizend naberouwen
van overdaad en lust,
met een ziel ongerust
heb ik in 't lest behouwen.
VI*
Hoe streng breekt mij dit op:
mijn kruifde krulde kop
die brengt mij voor de jaren
- in mijn tijds lente voort -
op 't zwart en 't zwetig zwoord
veel grijze, grauwe haren.
VII
Wanneer een ander leit,
gestrekt en uitgespreid,
en rust met lijf en leden:
dan plaagt mij aldermeest
de kwelling van mijn geest
met beulse wredigheden.
VIII
Dan dringt mij door de huid
het bange water uit
door kommerlijke zorgen,
dies mij het herte barst
en wenst, alzo geparst,
de ongeboren morgen.
IX
En nimmer ik de dag
alzo gelukkig zag
dat zij mij vol verblijdde.
Voorwaar 'k heb uur noch tijd,
of ellik heeft zijn strijd,
zijn lief, zijn leed, zijn lijden.
X*
Al 't gene dat de liên
ter wereld mogen zien,
of immermeer verwerven,
en wens ik niet zozeer
als zalig in de Heer
te leven en te sterven.

Camerata Trajectina (artiest), Wilhelmus en de anderen: Nederlandse liedjes, 1500-1700 [CD]
2000
1: 9