|
|
Alleen de coupletten gemarkeerd met een * zijn hier uitgevoerd.
[20] J. van den Vondel, O kerstnacht, schoner dan de dagen
I* O kerstnacht, schoner dan de dagen, hoe kan Herodes 't licht verdragen dat in uw duisternisse blinkt en wordt gevierd en aangebeden? Zijn hoogmoed luistert naar geen reden, hoe schel die in zijn oren klinkt. II* Hij poogt d'Onnoz'le te vernielen door 't moorden van onnoz'le zielen, en wekt een stad- en landgeschrei, in Bethlehem en op de akker, en maakt de geest van Rachel wakker, die waren gaat door beemd en wei, III dan naar het westen, dan naar 't oosten. Wie zal die droeve moeder troosten, nu zij haar lieve kinders derft? Nu zij die ziet in 't bloed versmoren, aleer ze nauw'lijks zijn geboren, en zoveel zwaarden rood geverfd? IV Zij ziet de mellek op de tippen van die bestorve en bleke lippen, gerukt nog vers van moeders borst. Zij ziet de tere traantjes hangen, als dauw, aan druppels op de wangen: zij ziet ze vuil van bloed bemorst. V De wenkbrauw dekt nu met zijn boogjes geloken en geen lachende oogjes, die straalden tot in 't moeders hart, als starren, die met haar gewemel het aanschijn schiepen tot een' hemel, eer 't met een' mist betrokken werd. VI Wie kan d'ellende en 't jammer noemen, en tellen zoveel jonge bloemen, die toen verwelkten, eer ze nog haar frisse bladeren ontloken, en liefelijk voor ieder roken, en 's morgens dronken 't eerste zog? VII Zo velt de zein de korenaren. Zo schudt een bui de groene blaren, wanneer het stormt in 't wilde woud. Wat kan de blinde staatzucht brouwen, wanneer ze raast uit misvertrouwen! Wat luidt zo schendig dat haar rouwt? VIII* Bedrukte Rachel, schort dit waren: uw kinders sterven martelaren, en eerstelingen van het zaad, dat uit uw bloed begint te groeien en heerlijk tot Gods eer zal bloeien, en door geen wreedheid en vergaat. | |
|
Camerata Trajectina (artiest),
Wilhelmus en de anderen: Nederlandse liedjes, 1500-1700 [CD]
|
2000
|
|
1: 20 |
|
|
|