Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


[12] HET IS GOET VREDE IN ALLE DUYTSCE LANDEN (AL 59)

Ballade. Wanneer roverhoofdman Thijsken van den Schilde gevangen genomen is, gaat zijn geliefde hem opzoeken in de gevangenis, in Delden (Overijssel). Ze krijgen echter meteen ruzie: Had toch naar me geluisterd, je had moeten stoppen met roven - Maar jij zeurde steeds om goud en sieraden - Dat had je nou niet moeten zeggen! ik had je willen vrijkopen, maar nu kun je mijn rug op - Wil je me dan echt zien hangen? - lk zal roosjes hangen aan het rad waarop ze je zullen radbraken.

A ballad. When the robber chief Thijsken van den Schilde is taken captive, his beloved goes to find him in the prison in Delden in Overijssel. They immediately begin to argue: lf you had but listened to me, you would have stopped stealing - but you always wanted more gold and jewels - You shouldn't say that! I was going to buy your release, but you know where you can stick that, now! Do you really want to see me hang? I'll hang roses on the wheel on which you'll be broken!

Van Thijsken vanden schilde
 
Het is goet vrede in alle Duytsce landen (*1)
Sonder Thijsken vanden schilde, hi leyt te Delder ghevanghen,
Hi leyt ghevangen so swaerlijck op zijn lijf,
Hi leyt ghevangen so swaerlijck op zijn lijf.

Die vrou al van den Scilde, si lach op hooger tinnen.
Si sach die heeren, die borghers (*2) comen binnen,
Si en sach daer Thijsken, haer liefste boele (*3) niet,
Si en sach daer Thijsken, haer liefste boele niet.

'Ghi ruyters, ghi rovers, ghi heeren van der straten,
Waer hebdi Thisken vander Schilde ghelaten?
Waer hebdi gelaten die liefste boele mijn?
Waer hebdi gelaten die liefste boele mijn?'
 
'Och vrouken van den Schilde, nu en laet u niet verlanghen (*4)
Dat Thijsken vanden schilde te Delder leyt ghevanghen.
Hi leyt ghevangen so swaerlijck op zijn lijf,
Hi leyt ghevangen so swaerlijck op zijn lijf.'

Dat vrouken van den Schilde en woudes nie ghelooven.
Si dede haer paerdeken sadelen ende toomen,
Si reedt te Delder al voor dat hooghe huys,
Si reedt te Delder al voor dat hooghe huys.
 
'Och Thijsken van den Schilde dats bistu nu hierbinnen,
So steect u hoofdeken al uut der hoogher tinnen,
Laet mi aenschouwen u fiere jonghe lijf,
Laet mi aenschouwen u fiere jonghe lijf!'
 
Thijsken van den Schilde en liets hem niet verdrieten.
Hi liet zijn hoofdeken ter hooger tinnen uutschieten,
Hi liet haer aenschouwen zijn fiere jonghe lijf,
Hi liet haer aenschouwen zijn fiere jonghe lijf.

'Thijsken van den Schilde, ghi en wout my niet ghelooven (*5)
Dat ghi bi daghe by nachte soudt laten u ruyten, (*6) u rooven,
Dat ghi soudt laten u rooven ter halver middernacht,
Dat ghi soudt laten u rooven ter halver middernacht.'

'Ja vrouken van den Schilde, dat quam by uwen sculden: 
Dat ghi wout draghen dat silver ende root gulden,
Dat ghi wout draghen dat roode beslaghen gout,
Dat ghi wout draghen dat roode beslaghen gout!'

'Och Thijsken van den Schilde, haddy dat woort ghesweghen! 
Met silver ende roode gout had ick u op doen weghen, (*7)
Dat u nu sal costen dijn fiere jonghe lijf,
Dat u nu sal costen dijn fiere jonghe lijf!'

'Och vrouken van den Schilde en soude u dat niet verdrieten 
Sat mi die raven die voghelen souden eten?
Dat mi souden eten so menic clein vogelken,
Dat mi souden eten so menic clein vogelken?'
 
'Och Thijsken van den Schilde en laet u niet verlanghen:
Ick sal u radeken met rooskens ombehanghen,
Daer op sal rusten dijn fiere ionge lijf,
Daer op sal rusten dijn fiere ionge lijf!'

(*1): overal waar (Neder-)duits wordt gesproken, inclusief Nederlands
(*2): ironische aanduiding van de rovers
(*3): geliefde
(*4): verdrieten
(*5): beloven
(*6): plunderen
(*7): ik had als losprijs je gewicht in goud en zilver willen betalen
(*8): waarop hij geradbraakt zal worden

Camerata Trajectina (artiest), Egidius Kwartet (artiest), Het Antwerps liedboek 1544 = The Antwerp songbook. GLO 6058
2004
1: 12