Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


[10] O VENUS' BANDT, O VIERICH BRANDT (AL 122)

Bitter zijn de ervaringen van de minnaar in deze kunstig uitgevoerde liefdesklacht: zijn vreugde hangt geheel en al af van zijn geliefde, maar de liefde lijkt niet wederzijds. Zoals de zwaan zingt voordat hij gaat sterven, zo zingt de rederijker zijn liefdesklacht. En zoals de duif zijn partner trouw blijft als die is gestorven, zo zal hij zijn geliefde voor altijd trouw blijven.

Bitter are the lover's experiences in this skilfully performed amorous plaint: his joy is indissolubly linked with that of his beloved, but his love does not seem to be reciprocated. As the swan sings before he dies, so does the rhetorician sings his lover's lament; as the dove remains true to his dead paftner, so shall he ever remain true to his beloved.

Een oudt liedeken.

O Venus bant, o vierich brant! (*1)
Hoe heeft dat vrouken so playsant.
Mijn herteken nu bedwonghen?
Dat doet haer troostelijc onderstant, (*2)
Twele mi hout inder vruechden bant
Gheswongen, (*3) ondanck der nijders tongen. (*4)

Reyn lieflijck beelt, reyn suyver juecht,
Ende welghedaen, (*5) vol alder duecht:
Aen u staen alle mijn sinnen.
Als ic u sie mijn herteken verhuecht,
Ghi zijt die mi troost gheven moecht
Alleyne; och, wout ghi dat bekenne reyne! (*6).

Die swane singt, wanneer haer dwingt (*7)
Die doot, diet al te niet bringt.
Dus volghe ick haer natuere.
Ic proeve vroech, (*8) also mi dinct,
Dat si voor mi een ander winct
Ter duere mijn edel schoon creatuere!

Die duyve puer hout haer natuer,
Dat suyver is, al haer gheduer, (*9)
Als haer gaey (*10) laet zijn leven.
Hier in so neme ic een figuer: (*11)
Bedroeft blijve ic in Venus' vier
Mijn leven, och, woudi mi troost gheven!


(*1): o Venus' boeien, o vurige gloed
(*2): troostgevende steun
(*3): gebonden
(*4): kwaadsprekers
(*5): bevallig
(*6): goed inzien
(*7): overweldigt
(*8): merk het direct
(*9): haar leven lang
(*10): mannetje
(*11): voorbeeld

Camerata Trajectina (artiest), Egidius Kwartet (artiest), Het Antwerps liedboek 1544 = The Antwerp songbook. GLO 6058
2004
2: 10