Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


8. O JANNETJE MIJN SOETE BECK

[>>Tweeërlei keus (Dat ghy soeckt, soeck ick mé)/ Choice between age and youth (What you seek, I seek too), ca. 1663-65 (Muzeum Narodowe, Warschau).]

In dit schilderij combineerde Jan Steen twee liedjes van Bredero, die elkaars pendant zijn. In het eerste (track 8) probeert een oude opa een jong meisje met zijn geld te verleiden om met hem in het huwelijk te treden. In het tweede liedje (track 10) is het omgekeerde het geval: een rijk oud vrouwtje probeert een jongeman te strikken. De uitkomst is in beide gevallen dezelfde. De jongere wijst de oudere af onder het motto: 'wat jij zoekt, zoek ik ook'. Namelijk 'iets jongs'.

In this painting Jan Steen combined two songs by Bredero that are pendant to each other. In the first song (track 8), an old man tries to tempt a young girl to marry him with his money. In the second one (track 10) the opposite is the case: a rich old woman tries to ensnare a young man. In both cases the result is the same - the younger person rejects the elder one on the pretext of "I'm looking for the same thing as you - some thing young!" Steen also incorporated this refrain into his painting.

Een oudt Bestevaertje (*1), met een jong Meysjen.
Stem: Pots hondert duysent slapperment, &c.

Lammert:
O Jannetje, mijn soete beck!
Ey lieve, blijft wat staen.
Jannetje:
Wat schortje, seght jy ouwe geck?
Ick raetje, laetme gaen.
L: Al 't gelt dat ghy hier leggen siet,
Dat is voor u al ree.
J: Wegh kael-kop, ick en soeck u niet,
Dat jy soeckt, soeck ick mee (*2).

Van landen, zanden, gelt en goed
Soo ben ick machtigh rijck.
J: Dat acht ick niet, o suffe bloed!
Ick wacht na mijns gelijck (*3).
L: Het goed is 't daermen wel of vaert (*4),
Dus Meysjen, weest gedwee.
J: Ghy zijt mijn al te oudt bejaert;
Dat jy soeckt, soeck ick mee.

L: Och kijntjen geefje mijn een soen,
Ick geefje al dit gelt.
J: Dat sal ick wel een jonger doen,
Al gaf hy niet en spelt (*5).
L: Gelooft, Lief, dat ick u versoeck
Ter eeren en ter Ee (*6),
J: Wegh, wegh, wegh, Hansjen hangebroeck:
Dat jy soeckt, soeck ik mee.

L: Ick sel jou koopen watje lust,
En doen wat jy gebiedt.
J: Ey Lammert Vaertje, houdtje rust,
Want jy en dientme niet;
Waer jy maer twintigh jaren oudt,
Misschien of icket dee,
Maer nou so zydy oudt en koudt;
Dat jy soeckt, soeck ick mee.

Dit is een Lansjen (*7) na mijn sin,
Vol vrolijckheyd en vreught,
Die ick niet om sen goed bemin,
Maer om zijn jonge jeught;
U krachten die zijn oudt en af,
Dus laetmen in mijn vree,
En vrijd geen Vryster, maer een graf;
Dat jy soeckt, soeck ick mee.

L: Mijn dochter, laet dees mellick-muyl,
En neemt een deftigh man.
J: Och, nam ick sulcken ouwen uyl,
Wat raed ging my dan an? (*8)
'k Sou immers by u levend lijf,
(Waer vintmen meerder wee?)
U Maegt zijn, en u Weeuw (*9), jou Wijf;
Dat jy soeckt, soeck ick mee.

Vaert wel dan, ouwe Rochelaer,
Ick blijf by mijns gelijck.
Weet jy niet, salige Beste-vaer,
Dat Wie genoeght is rijck?
L: Ey, staet toch stil, God segen ongs (*10),
Verhoort doch dees mijn bee.
J: Ay Lammert-Vaer, jy soeckt wat jongs;
Dat jy soeckt, soeck ick mee.

(*1): opaatje
(*2): wat jij zoekt, zoek ik ook
(*3): ik kijk uit naar iemand van dezelfde leeftijd
(*4): bezit is waar men een goed leven van leidt
(*5): geen cent
(*6): dat ik u een eerzaam huwelijksverzoek doe
(*7): jongeman
(*8): wat zou ik dan moeten beginnen?
(*9): weduwe
(*10): om Gods wil

Tekst: G.A. Bredero, Boertigh, Amoreus, en Aendachtigh Groot Lied-Boeck, Amsterdam 1622.
Translation: Peter Lockwood

Camerata Trajectina (artiest), De muzikale wereld van Jan Steen = The musical world of Jan Steen / Jan Steen: schilder en verteller = Jan Steen: Painter and storyteller. GLO 6040
1996
1: 8