|
|
|
[6] SINTE SIMEON,
Martelaer, ende Bisschop van Jerusalem.
XVIII. Februarij.
Simeon was een neef van Jezus en werd benoemd tot bisschop van Jeruzalem. Rond het jaar 107, op hoge leeftijd, werd hij op last van keizer Trajanus gemarteld en aan het kruis genageld.
Stem: Maintenant les vertus sacrées.
Jerusalem! vyert met goe reden,
Over Simeon uw' Prelaet,
Die 't leven op den dagh van heden,
Voor Christo, en sijn schapen laet.
Vlecht Roosen om de grijse hayren,
Des hoofds, oud honderd twintigh jaren.
Trajaen door schrik van oude boecken,
Beducht voor Davids edel huys,
Heeft Simeonem op doen soecken
En hechten aen een bloedigh kruys.
Vlecht Roosen om de grijse hayren,
Des hoofds, oud honderd twintigh jaren.
Verschrickt vry, wreedsten der Tyrannen,
Hoe een soo vroom, soo ouden man,
U recken, trecken, boren, spannen,
Door Gods genae verdragen kan!
Vlecht Roosen om de grijse hayren,
Des hoofds, oud honderd twintigh jaren.
Vaerd dan na boven van beneden,
Met een soo over-rijcken Kroon,
Maer heugt ons slechts in uw' gebeden
O Davids neeff! by Davids Soon.
Vlecht Roosen om de grijse hayren,
Des hoofds, oud honderd twintigh jaren.
| |
|
|
Camerata Trajectina (artiest),
Zingende zwanen: heiligenliederen uit de Gouden Eeuw [van] Jan Baptist Stalpart van der Wiele en Guillelmus de Swaen. GLO 6053
|
|
2001
|
|
| 1: 6 |
|
|
|
