Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


2. GHY STEDEN STOUT EN KOEN

Een lied uit de tijd dat de remonstranten nog de dienst uitmaakten in steden als Leiden, Haarlem, Rotterdam, Den Briel, Utrecht, Gouda en Schoonhoven. In dit lied trachten de geusgezinde steden de remonstrantse macht te bagatelliseren en verklaren ze zich trouw aan Prins Maurits.

Een Nieuw Liedeken,
Op de Stemme: Edel Artisten koen.

Ghy Steden stout en koen
En Dorpen al ghelijcken,
Wilt u doch wel bevroen (*1),
En wilt gheensins afwijcken
Graef Maurits van Nassouwen,
Die daer als een vroom Helt
Om ons Lant te behouwen
Ghetrocken heeft te velt.

Leyen en Harelem
Rotterdam en der Brielen,
Zijn dese Gheesten tem (*2),
Ja dese loose Fielen (*3),
Uutrecht en oock ter Gouwen,
Schoonhoven kleyn gheacht,
Laet ons nu eens aenschouwen
Wat sy hebben voor macht.

Noch hier en daer een Stee
Moghen sy by eenen rapen
Zommighe Dorpen mee,
Sy zijn doch kleyn van wapen
Dese Arminianen
Sy sijn soo loos als Aeps (*4),
Sy meenen, soo ick wanen,
Ons Lant te maken Paeps.

Wy Steden seer ghetrou
Houdent met tgroene Pluymken (*5):
Graef Maurits van Nassou.
Fluyt (*6) ghy vry op u duymken.
Wy sullen u wel leeren
Teghens u Prins opstaen,
Wilt noch in tijts weer-keeren
En versaeckt d'Arminiaen.

(*1): bedenken
(*2): tam
(*3): schurken
(*4): apen, nl. bavianen
(*5): de groene pluim: het devies van Maurits
(*6): zuig: 'Bijt maar op een houtje'.

Uit: Nieu Geuse Liedt-Boeck, 1645.


Camerata Trajectina (artiest), Bavianen en Slijkgeuzen: Liederen van Remonstranten en Contra-Remonstranten. GLO 6031
1995
1: 2