|
|
|
13. BATALI (naar Jacob van Eyck)
De militaire instrumenten bij uitstek waren trommels en trompetten. Prins Maurits bijvoorbeeld had in 1598 per compagnie voetvolk twee tamboers in dienst en per compagnie paarden twee trompetters. Aan de trommels konden fluiten worden toegevoegd. Pauken, de klassieke begeleiders van trompetten, lijken in de jaren '60 van de Gouden Eeuw, dus pas na de Tachtigjarige Oorlog, hun intrede in het Staatse leger te hebben gemaakt.
De signalen die de Nederlandse trompetters bliezen zijn ons alleen bekend uit Nederlandse batailles. Die van Jacob van Eyck, voor blokfluit, maakt een zeer natuurgetrouwe indruk: alle signalen zijn goed speelbaar op de natuurtrompet. Dat geldt zelfs voor zijn versie van het Wilhelmus, waarvan bekend is dat het in krijgssituaties als nationale herkenningsmelodie werd geblazen, maar dat in de overgeleverde vocale versies niet in de reeks natuurtonen van de baroktrompet past. Uit van Eycks Batali kozen wij het soldatenliedje 'Ick wou wel dat den krygh an ginck', een reeks signalen, waaronder enkele die zijn geïdentificeerd als 'la charge' en 'boute-selle' ('in het zadel'), en tenslotte het Wilhelmus.
Uit: Jacob van Eyck, Der Fluyten Lusthof I, 1649.
Bewerking voor twee trompetten: Will Wroth. | |
|
|
Camerata Trajectina (artiest),
Ensemble Oltremontano (artiest),
De vrede van Münster: politieke muziek uit de 80-jarige Oorlog. GLO 6048
|
|
1998
|
|
| 1: 13 |
|
|
|
