|
|
[5] LOF GOEDERTIEREN Daifilo besluit in dienst van Tisiphernes te treden, de sympatieke prins die een van de huwelijkskandidaten van Granida is. Hijzelf maakt als herder natuurlijk geen kans. Anoniem, in plaats van Tisiphernes, vecht Daifilo vervolgens een duel uit met de ruwe prins Ostrobas, die ook met Granida wil trouwen. Daifilo wint, en de Rey van Jofferen uit haar vreugde: gelukkig komt er nu geen vreemde tiran op de troon.
Praise be, merciful Daifilo decides to enter the service of Tisiphernes, the charming prince who is one of Granida's suitors. As a shepherd, he himself of course hasn't got a chance. Anonymously, in Tisiphernes' place, Daifilo then fights a duel with the rough prince Ostrobas, who also wants to marry Granida. Daifilo wins, and the Chorus of Young Ladies sings their joy: thankfully, no foreign tyrant will ascend the throne.
Lof, goedertieren Goden, waert te vieren, (*1) Die, doen wij weenden, Cracht, en moed verleenden Over ons sije, (*2) In het bitter strijen Om d'heerschappie.
Wat ongelucken Comen 't landt verdrucken 'T welleck moet lijen Vreemde tyrannyen! Nevens het plagen Des tyrans, 't moet dragen Sijns vollix knagen. (*3)
Lof, goedertieren Goden, waert te vieren, Die, doen wij weenden, Cracht en moet verleenden Over ons sije, In het bitter strijen Om d'heerschappie.
(*1): die de lof waardig zijn (*2): aan onze zijde (*3): afpersingen door het krijgsvolk van de tiran
Melodie: een van de twee Sapphica-zettingen uit het Luitboek van Thysius, Leiden ca. 1600.
Translation: Ruth van Baak Griffioen | |
|
Camerata Trajectina (artiest),
Theatermuziek uit de Gouden Eeuw = Dutch theatre music 1600-1650. GLO 6062
|
2007
|
|
1: 5 |
|
|
|